Behandeling

In vergelijking met het merendeel van de menselijke tumoren heeft het larynxcarcinoom een relatief gunstige prognose: voor alle lokalisaties en stadia tezamen is de vijfjaarsoverleving circa 65%. De behandelingsresultaten variëren overigens sterk, afhankelijk van de plaats van oorsprong, de uitbreiding van het tumorproces en het al dan niet bestaan van uitzaaiingen.

De kleine stembandcarcinomen met ongestoorde beweeglijkheid van de stemband, die veruit de grootste groep onder de larynxcarcinomen vormen, worden van oudsher met goed resultaat bestraald: bij 85% van de patiënten wordt lokale genezing bereikt, terwijl de stemfunctie zich over het algemeen geheel of nagenoeg volledig herstelt. In gevallen met slechts minimale diepte-infiltratie is excisie via de endoscoop of verdamping met behulp van de CO2-laser tegenwoordig een uitstekend alternatief. Bovendien is een belangrijk voordeel van deze behandeling dat zij kort duurt en door de patiënten goed wordt verdragen, terwijl bestraling zes weken in beslag neemt en met een niet onaanzienlijke ziekelijke toestand gepaard kan gaan.

De grotere glottische tumoren, en vooral de tumoren die zodanig diep zijn geïnfiltreerd dat de beweeglijkheid van de aangedane stemband volkomen is opgeheven of een zodanige vernauwing van de larynx hebben veroorzaakt dat ernstige stridor (ademhalingsgeruis) en dyspnoe (benauwdheid/kortademigheid) bestaan, worden over het algemeen met een totale laryngectomie (verwijdering van de larynx) behandeld.

Het verlies van de eigen stem betekent een ernstige mutilatie. Daar staat tegenover dat de vijfjaarsoverleving van patiënten die een totale laryngectomie hebben ondergaan ruim 60% is, terwijl de mogelijkheden tot revalidatie van de stem de laatste jaren aanzienlijk zijn toegenomen door de ontwikkeling van zogenoemde spraakprothesen. Deze prothesen – men spreekt ook wel van spraakknoopjes – worden direct na het uitnemen van de larynx tussen luchtpijp en slokdarm geplaatst.

Waar bent u naar op zoek?