Voorkomen van mondholtekanker

Mondholtekanker komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen, maar er is een toename bij de laatste groep omdat vrouwen steeds meer roken en alcohol gebruiken.
Mondholtekanker wordt in Nederland voornamelijk gezien bij mensen van middelbare en oudere leeftijd. Het komt in Nederland voor bij 4 op de 100.000 mannen en 2,7 op de 100.000 vrouwen per jaar. Vergeleken met andere landen in Europa is deze incidentie gemiddeld tot laag. In de periode 1989-1998 werd bij ruim 5200 patiënten mondholtekanker gediagnosticeerd, jaarlijks ruim 300 bij mannen en ruim 200 bij vrouwen.
Factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van mondholtekanker zijn roken, alcoholgebruik en (vermoedelijk) humane papilloma virus (HPV) en het voorkomen van mondholte-, keel- of longkanker in de familie. Naast het langdurige overmatige gebruik van tabak en alcohol, spelen lokale factoren zoals slechte mondhygiëne, chronische irritatie door een carieus gebit of slecht passende gebitsprothese vermoedelijk een rol bij het ontstaan, alsmede inwendige factoren zoals voedingsdeficiënties, avitaminosen en genetische factoren.
Plaveiselcelcarcinomen van de mondholte zaaien zich in eerste instantie via de lymfevaten uit, naar de klieren in de hals. De kans op uitzaaing via de lymfklieren neemt toe naarmate de primaire tumor groter is.
Het optreden van uitzaaiing naar organen als longen, lever en skelet hangt meer samen met het aantal en de grootte van de halskliermetastasen dan met de omvang van de primaire tumor. In het algemeen geldt echter dat mondholtecarcinomen langdurig beperkt blijven tot de plaats van oorsprong en de regionale lymfklieren en pas relatief laat algemeen uitzaaien.
Waar bent u naar op zoek?