Voorkomen

In Nederland komen per jaar ruim 100 nieuwe gevallen voor van tumoren van de neus en de neusbijholten. Belangwekkend is dat in de jaren 70 in Engeland bij een onderzoek van patiënten met kanker van de neusbijholten een verband is aangetoond tussen het voorkomen van deze carcinomen en het beroep van de patiënten. Het bleek dat deze zeldzame aandoening vooral voorkomt bij (hard-)houtbewerkers, vooral in de meubelindustrie en in mindere mate in de schoenindustrie (leestenmakerij). Deze bevindingen zijn ook voor een Nederlandse patiëntenserie bevestigd. Hoewel de directe oorzaak niet is vastgesteld, ligt het voor de hand aan te nemen dat inhalatie van fijn verdeeld houtstof – het stof van hard hout is fijner verdeeld dan dat van zacht hout – een belangrijke rol speelt. Het is te hopen en te verwachten dat met de huidige sterk verbeterde werkomstandigheden in bovengenoemde industrieën (verplichte bescherming/ ventilatie) deze ziekte minder zal voorkomen.
De kwaadaardige tumoren ontstaan meestal in de kaakholte en de zeefbeenholte. Hoewel hier tumoren van zeer uiteenlopende histologie kunnen voorkomen, vormen carcinomen de grote meerderheid. De aandoening komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen; de frequentietop ligt omstreeks het zestigste levensjaar.

Er kunnen twee soorten tumoren onderscheiden worden:
  • plaveiselcelcarcinoom: tumor uitgaande van het slijmvlies van de neusholte, van de neusbijholte of van het harde verhemelte/bovenkaak.
  • adenocarcinoom: tumor uitgaande van de slijmklieren van de neusbijholte.
Waar bent u naar op zoek?