Hartklepoperatie
Bij een hartklepoperatie beoordeelt de hartchirurg eerst of het mogelijk is om uw hartklep(pen) te repareren. Een reparatie gebeurt met behulp van hartklepplastiek en is vooral bij de mitralisklep en tricuspidalisklep in veel situaties goed mogelijk. Als hartklepplastiek geen mogelijkheid is, wordt de beschadigde hartklep vervangen door een prothese. Er zijn twee soorten prothesen: mechanische- en biologische kunstkleppen. Tijdens de operatie neemt de hart-longmachine de pompfunctie van het hart en de zuurstofvoorziening van het bloed over. Hierdoor kan de hartchirurg de operatie aan een onbeweeglijk hart uitvoeren.
Wanneer is een hartklepoperatie nodig?
Bij een lekkende of vernauwde hartklep is het soms nodig om deze tijdens een hartklepoperatie te vervangen of repareren. In het hart zitten vier kleppen; de aorta-, pulmonaal-, mitralis- en tricuspidalisklep. Een hartklep kan soms niet of minder goed functioneren. Dit kan komen door een aangeboren hartklepafwijking of een afwijking die later is ontstaan. Ook een combinatie van beiden komt voor.
Afwijkingen aan de hartklep kunnen zijn:
- Een vernauwing (stenose);
- Onvoldoende sluiten van de hartklep (insufficiëntie);
- Een combinatie van deze twee;
- Vergroeiing van de klepslipjes.
Afwijkingen die later ontstaan kunnen zijn:
- Acute ontsteking als gevolg van een ziekte;
- Een langer bestaande ontsteking (door acuut reuma);
- Hartfalen door een hartinfarct of ongeval;
- Verkalking van de hartklep;
- Scheuring of uitrekking van een hartklepspiertje;
- Uitgerekte klepslipjes.