Hoe gaat de operatie in zijn werk?

Afhankelijk van de mate van slijtage resp. instabiliteit van uw wervelkolom kan een corrigerende operatie in één keer of in een reeks deeloperaties worden uitgevoerd. De ingreep vindt in principe plaats onder volledige narcose. De anesthesioloog informeert u op een ander moment over de bijzonderheden en de risico’s van de narcose.

Uw arts zal de voor u geschikte operatie-methodes in de onderstaande tekst aankruisen en u precies uitleggen wat ze betekenen:

De planning met behulp van de spine assist robot

Het grootste risico van een stabiliserende operatie zijn verkeerd geplaatste schroeven die tot beschadiging van zenuwen en uitval kunnen leiden.

Verder is de lengte van de huidsnede verantwoordelijk voor een aantal van bijwerkingen van zo’n operatie.

Wij voeren daarom bijna alle stabiliserende operaties met behulp van de spine assist operatie robot uit. Dit toestel ‘voert’ de hand van de chirurg zo dat de schroeven met bijna 100% nauwkeurigheid geplaatst kunnen worden. De inzett van de robot spaart meer dan 50% lengte van de incisie.

De huidsnede

De plaats en de lengte van de huidsnede zijn afhankelijk van de omvang van het deel van de wervelkolom dat moet worden gestabiliseerd. Die omvang wordt gewoonlijk aan het begin van de operatie met behulp van een röntgenfoto en met het planningsmodule van de robot nauwkeurig vastgesteld. Hierdoor zijn er percutane (sleutelgat-) technieken mogelijk waarbij meerdere kleine huidsneden gemaakt worden.

Afhankelijk van de mate van slijtage resp. instabiliteit van uw wervelkolom kan een corrigerende operatie in één keer of in een reeks deeloperaties worden uitgevoerd. De ingreep vindt in principe plaats onder volledige narcose. De anesthesioloog informeert u op een ander moment over de bijzonderheden en de risico’s van de narcose.

Uw arts zal de voor u geschikte operatie-methodes in de onderstaande tekst aankruisen en u precies uitleggen wat ze betekenen:

  • De huidsnede in de rugVoor de operatie wordt u op de buik gelegd. Na een snede langs de middellijn van de rug worden de spieren van de doornuitsteeksels en de wervelbogen losgemaakt, zodat de wervelgewrichten en de dwarsuitsteeksels vrijgeprepareerd kunnen worden. Bij percutane ingrepen worden meerdere kleine sneden gemaakt. Om zo nodig de druk op de zenuwvezels in het wervelkanaal of op de zenuwwortels in de wortelkanaaltjes weg te nemen of weefsel te verwijderen, moeten de wervelbogen en doornuitsteeksels geheel of gedeeltelijk worden verwijderd.

    Na de operatie wordt de wond laag voor laag gesloten. Dunne slangetjes (drains) kunnen worden ingebracht om gedurende een tot twee dagen wondvocht af te voeren.

  • De huidsnede in de borstkasVoor de operatie wordt u op de zij gelegd waarna de borstkas wordt geopend; soms kan het nodig zijn om ook een snede in het middenrif te maken om bij de wervelkolom te kunnen komen. De long die voor het te opereren gebied ligt, wordt opzij geschoven en de grote bloedvaten die voor de wervelkolom langs lopen (slagader en holle ader) worden ongemoeid gelaten.

    Na de operatie wordt het middenrif weer gehecht en de borstkas gesloten. Gedurende enkele dagen wordt een slangetje (drain) in de borstkas ingebracht, zodat wondvocht en lucht afgevoerd worden en de long zich zo weer kan ontvouwen.

  • De huidsnede in de zij respectievelijk de buikVoor de operatie wordt u op de rug of op uw zij gelegd waarna een snede in de zij of in het midden van de buik of in de onderbuik wordt gemaakt. Nadat de buikspieren zijn gespleten, worden de inhoud van de buikholte en de urineleider opzij gelegd. Als de chirurg besluit om ook de buikholte te openen, dan wordt de darm opzij gelegd om bij de wervelkolom te kunnen komen. In uitzonderingsgevallen kan het noodzakelijk zijn om de borstkas te openen om in het overgangsgebied van de thoracale- naar de lendenwervelkolom uit te komen.

    De chirurg kan ook met behulp van minimale invasieve technieken (‘sleutelgattechniek’) bij de te opereren plek komen. Bij deze ingreep worden via korte huidsneden speciale spreiders ingebracht die de spieren en het weefsel stomp opzij duwen.

    De aorta, de holle ader en de psoasspier die in de buurt van de wervelkolom lopen, worden opzij geschoven, zodat de wervels en tussenwervelschijven goed toegankelijk zijn.

    Na de operatie worden de spieren en de buikwand weer gehecht. Een dunne slang kan worden ingebracht om gedurende een tot twee dagen wondvocht af te voeren.

De stabiliserende operatie

De stabiliserende operatie vindt plaats met behulp van implantaten (metaal of kunststof) en eventueel bot of kunstbot. De implantaten zorgen voor een onmiddellijke stabilisatie. Bot groeit pas na verloop van tijd aan en zorgt dan voor een blijvende stabiliteit. Naast lichaamseigen bot kan donorbot of kunstbot worden gebruikt. In bepaalde omstandigheden is het mogelijk en zinvol om de implantaten op een later tijdstip gedeeltelijk of geheel te verwijderen.

In uw situatie wordt de volgende stabiliserende operatie uitgevoerd:

  • Schroeven en pennen met interkorporele cages  (inwendige fixatie)Van achteren uit worden schroeven aan beide kanten van de wervels tot in de wervellichamen gedraaid. Aan beide kanten worden de schroeven vervolgens met pennen in de lengterichting (en eventueel pennen in de dwarsrichting) aan elkaar vastgezet, waardoor de wervelkolom wordt gestabiliseerd. Na de decompressie van het spinale kanaal wordt de tussenwervelschijf op een of beide kanten deels verwijdert en door een kunststofplaatshouder vervangen.
  • Vervanging van wervellichamen en tussenwervelschijvenDe ‘ kooitjes’ (frames) worden geplaatst in de ruimte die is ontstaan door de eerder verwijderde wervellichamen (inclusief de aangrenzende tussenwervelschijven). De frames kunnen van titanium, kunststof of ander materiaal zijn. Om beter vast te kunnen groeien worden ze vaak met bot of botcement opgevuld.
  • Metalen plaatVan voren uit of via de zij wordt een metalen plaat (soms ook pennen) met schroeven aan de wervellichamen vastgemaakt, waardoor twee of meer wervels stevig aan elkaar worden vastgezet.
  • Bot
    • Lichaamseigen bot (plaats waar het bot weggehaald wordt):Dit kan worden weggehaald op de plek van de wervelkolom waar wordt geopereerd of ook uit de voor- of achterzijde van de bekkenkam. Het gat dat ontstaat door het weghalen van het bot kan weer dichtgroeien met bot dat door het lichaam opnieuw wordt gevormd.
    • Gesteriliseerd donorbot
    • Kunstbot
    • Kunstmatig botsubstituut

​​

Repositie en correctie van de knik in de lengteas van de wervelkolom

  • Als de wervels ten opzichte van elkaar zijn verschoven, kan het noodzakelijk zijn om de verschoven wervel weer in zijn oorspronkelijke positie terug te brengen (repositie).
  • Als de wervelkolom door een beschadigde wervel een knik voorwaarts (kyfose) of zijwaarts (scoliose) vertoont, kan het noodzakelijk zijn om deze te verhelpen (correctie van de knik in de lengteas van de wervelkolom). ​

Decompressie van het wervelkanaal

  • Als er weefsel van tussenwervelschijven, afgebrokkelde stukken bot of pus in het wervelkanaal terecht zijn gekomen of als er tumoren groeien, kan het noodzakelijk zijn om het wervelkanaal te openen om de druk op het ruggenmerg en de zenuwwortels op te heffen.

Wat is de kans op welslagen van de operatie?

De kans op welslagen van de behandeling kan van per persoon tot persoon verschillen en hangt van veel factoren af, bv. van de aandoening waarvan bij u concreet sprake is. We kunnen niet garanderen dat de klachten na de operatie volledig verdwenen zijn. Uw behandelende arts zal dit op een ander moment met u bespreken.