Roland Bezooijen

Binnenstebuiten met beeldvormend onderzoek

Een foto, CT-scan, echo, MRI, slikonderzoek en nucleaire scans; het zijn allemaal onderzoeken die in het ziekenhuis worden gedaan. “Er wordt vrijwel geen behandeling gestart zonder beeldvorming. Het is het fundament van heel veel diagnoses”, stelt Roland Bezooijen.


Persoonlijk vind ik de MRI een fantastisch apparaat
Roland Bezooijen

Waarom is beeldvormend onderzoek zo belangrijk?

“Het staat aan de basis van een goede behandeling en dat scheelt veel leed. Vroeger was er minder goed onderzoek en kreeg je bij kniepijn bijvoorbeeld eerst een kijkoperatie. Een operatie om te kijken of er een operatie nodig is … Nu kunnen we dat met een MRI van tevoren bekijken. Dat scheelt natuurlijk veel onnodige operaties met de bijbehorende risico’s op complicaties.”

MRI, echo’s; door die woorden klinkt geneeskunde ineens verdacht technisch …

“Ja, en dat is ons vak ook. Vroeger was onderzoek gebaseerd op een lichamelijk onderzoek van de arts die je behandelde. Hij gebruikte hooguit een stethoscoop. Nu zijn er zoveel goede technieken die een arts kan gebruiken voor meer en beter onderzoek. Met een echo kun je bijvoorbeeld snel zien hoe de buikorganen eruitzien; dat levert je een goede richting op in de vraag wat er met je aan de hand is. En: wat er niet aan de hand is. Ook dat is zeer bruikbare informatie. Om die reden zijn wij als radiologen steeds meer een onderdeel van een behandelteam.”

Wat kun je allemaal zien aan de binnenkant van ons lichaam?

“Ont-zet-tend veel. Op een MRI van de hersenen kun je zien waar je spraakactiviteit zit, belangrijk bij hersenchirurgie. Je kunt kijken hoe het hart beweegt, belangrijk bij hartproblemen. Je kunt zien hoe de bloeddoorstroom is in de bloedvaten. Je kunt met een CT-scan tumoren opsporen en botbreuken bekijken. Bij echografie kan een patiënt zeggen: ‘Ik heb hier pijn’. Dan druk ik met de kop van het apparaat op die plek en kan ik bijvoorbeeld direct zeggen of het galblaasontsteking is of niet.”

Zo’n echo ziet er voor een leek meer uit als een maanlandschap.

“Haha, klopt. Dat was ook zo voor mij! In het begin van mijn opleiding had ik bijvoorbeeld bij een MRI-foto geen flauw idee wat ik zag. Nu weet ik exact wat ik zie op een MRI-beeld. Je moet een nieuw soort taal leren spreken.”

Is alles te zien op een foto?

“Nee, helaas niet. Mensen denken dat je alles kunt zien en dus alles kunt vinden. Patiënten zijn soms teleurgesteld als je op de foto niet kunt zien wat de oorzaak is van een klacht. Logisch, want als je een klacht hebt, wil je weten waar het vandaan komt. Het is eerst belangrijk dat je weet wat je hebt. Dan pas komt de vervolgvraag: wat kan ik eraan doen? Weten geeft rust.”

Welk soort scan is het best?

“Dat hangt er helemaal vanaf wat de vraag van de dokter is. Elk apparaat heeft zijn voor- en nadelen. Persoonlijk vind ik de MRI een fantastisch apparaat om mensen mee te onderzoeken; je zou soms iedere patiënt willen onderzoeken in de MRI. Dat kan echter niet omdat het een heel duur onderzoek is. De medische zorg zou onbetaalbaar worden. Ook moeten mensen erg lang helemaal stil in een lange buis liggen, soms wel drie kwartier.”

Jullie kijken zoveel naar de binnenkant van de mens, je vergeet wel eens dat er een buitenkant is … Oftewel: is de patiënt zelf nog wel in beeld?

“Ja, de patiënt staat centraal. Maar we zien duizenden foto’s per jaar, dus het kan een valkuil zijn dat we meer in beelden gaan denken dan in mensen. Enerzijds is dat goed; je ziet soms zo veel ellende dat het goed is dat je niet bij elke foto alles van die patiënt weet. Anders zou je erg veel narigheid mee naar huis nemen. Aan de andere kant is het belangrijk dat je wel iets weet van een patiënt, want dat helpt bij het stellen van de diagnose. Bij iemand van twintig met een vlekje op de lever, is dat bijna altijd een goedaardig gezwel. Is het iemand van zeventig met kanker, dan denk ik eerder aan een uitzaaiing. In die zin is het belangrijk dat je de context en het verhaal van een patiënt kent.”

De techniek gaat razendsnel. Is veel veranderd?

“Ja, we kunnen steeds beter onderzoek doen door nieuwere technieken, snellere computers en andere rekenmodellen. Maar ook de maatschappij verandert. Vroeger ging je naar een arts en die was heer en meester; je schikte je naar de wachttijden van een bepaald onderzoek. Maar dat accepteren we niet meer. Een patiënt niet, maar een arts ook niet en dat is terecht.”

Wat is het grootste misverstand over beeldvormende technieken?

“Het grootste misverstand is dat je alles kunt zien. Bij borstkankerscreening hebben van alle duizend vrouwen gemiddeld zes vrouwen borstkanker, maar helaas vinden we er maar vier via de screening. Er zijn dus beperkingen aan wat je kunt zien. En daarbij: wij zijn ook mensen. Als iemand kanker heeft gehad, kijk je bijvoorbeeld anders naar een foto dan als je kijkt naar een foto van een gezond en jong persoon.”

Met al dat onderzoek ziet een arts veel, maar het verheldert niet per se alles wat je wilt weten.

“Klopt. Er komt zoveel in beeld, dat je precies moet weten waarnaar je kijkt en wat je zoekt. Je ziet gelukkig meer dingen die onschuldig zijn dan dat het wijst op een nare ziekte. Maar dan moet je wel weten hoe je er van binnen uitziet. En kijk, dat is nu precies wat wij weten en waarom we samenwerken met de behandelend arts, omdat die vervolgens de behandeling uitstippelt.”

Medische Publieksacademie Twente

Dit interview is gepubliceerd in het magazine dat is uitgebracht naar aanleiding van de Medische Publieksacademie Twente met thema ‘Binnenstebuiten’. MST organiseert jaarlijks meerdere publieksacademies; gratis toegankelijke openbare bijeenkomsten. Specialisten informeren de bezoekers over de werking van steeds een ander deel van het lichaam.

Door deze kennis te delen bevorderen wij de gezondheid in de regio en laten wij u kennismaken met de wereld achter ons ziekenhuis en de zorg die hier geboden wordt. Iedereen met een gezonde interesse in de werking van het menselijk lichaam is welkom.

Waar bent u naar op zoek?