Punctie of drainage onder echogeleide
Inleiding
In overleg met uw arts is besloten tot een echogeleide punctie of drainage op de afdeling radiologie. Deze onderzoeken vinden plaats op de afdeling Radiologie in Enschede. Een uitzondering hierop zijn de puncties van de borsten deze vinden alleen op de afdeling radiologie in Oldenzaal plaats, meestal via de mamma-poli. Informatie over een punctie van de borsten vindt u hier. Hieronder vindt u informatie over de gang van zaken met betrekking tot deze onderzoeken. Onderstaande beschrijving is een algemene uitleg over het onderzoek, het kan zijn dat voor u persoonlijk het onderzoek anders verloopt dan hieronder beschreven.
Er zijn verschillende soorten puncties:
- Een dunne naald punctie (cytologische punctie)
- Een dikke naald punctie (histologische punctie)
- Een drainage
Algemeen
U dient op de dag van het onderzoek uw geldige ponskaartje mee te nemen.
Als u niet kunt komen.
Mocht u verhinderd zijn, dan wordt u verzocht dit uiterlijk 24 uur voorafgaand aan uw afspraak door te geven bij de afdeling radiologie, telefoonnummer; 053-4873200. Er kan dan nog een andere patiënt in uw plaats komen.
Het onderzoek
Hieronder vindt u de beschrijving van de verschillende onderzoeken en kunt u informatie vinden over het onderzoek dat voor u van belang is.
Een dunne naald punctie (cytologische punctie)
Een dunne naald punctie wordt ook wel een cytologische punctie genoemd. Het doel van dit onderzoek is om cellen te verkrijgen, welke onderzocht worden in het laboratorium.
Voorbereiding
Voor dit onderzoek zijn geen voorbereidingen nodig.
Het onderzoek
U wordt uit de wachtkamer opgehaald door de echolaborant. In het kleedhokje ontbloot u het deel van het lichaam dat onderzocht moet worden. U wordt aan de andere kant door de echolaborant opgehaald om vervolgens plaats te nemen op de onderzoekstafel. De laborant, arts-assistent of radioloog zal de echo-gel op het lichaam aanbrengen en met het echoapparaat over de huid strijken. Zo wordt de plaats gezocht waarin geprikt moet worden, bijvoorbeeld de schildklier of een opgezwollen lymfeklier. Hierna wordt de huid schoongemaakt met alcohol. De radioloog of arts-assistent prikt met een dunne naald in de mogelijke afwijking en gaat op en neer met de naald om cellen los te maken. Dit kan een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens worden de cellen op dekglaasjes uitgestreken. Na het onderzoek krijgt u een pleister op het prikgaatje en mag u van de onderzoekstafel af. De cellen die verkregen zijn met de punctie worden door een patholoog-anatoom onderzocht, dit gebeurt op een locatie buiten het ziekenhuis. De uitslag van dit onderzoek kunt u derhalve ook niet direct van de radioloog of de arts-assistent krijgen.
Na het onderzoek
Er is geen speciale nabehandeling, u mag alles weer doen wat u gewend bent. Wel kan er een blauwe plek optreden en kan er wat napijn zijn, dit is normaal. Wanneer de pijnklachten verergeren of u krijgt een rode huid of koorts dient u contact op te nemen met uw huisarts.
De uitslag van het onderzoek
De uitslag van het laboratoriumonderzoek is meestal na één week bekend. Uw behandelend arts bespreekt de uitslag met u.
Een dikke naald punctie (histologische punctie)
Een dikke naald punctie wordt ook wel een histologische punctie genoemd. Het doel van dit onderzoek is om kleine stukjes weefsel te verkrijgen, welke onderzocht worden in het laboratorium.
Melden
De voorbereiding bij de onderzoeken is afhankelijk van de plaats waar geprikt wordt. Hierdoor kan het zijn dat u zich ergens anders moet melden in het ziekenhuis. Wordt er geprikt:
- In de hals of ledematen; meldt u zich dan op het afgesproken tijdstip bij de afdeling radiologie (poli 11) in Enschede.
- In de buikorganen (bijvoorbeeld lever, nieren, lymfeklieren in de buik) of longen; meldt u zich dan op het afgesproken tijdstip op de afdeling welke aan u is doorgegeven.
Voorbereiding
Afhankelijk van de plek waarvan een punctie genomen wordt. Wordt er geprikt:
- In de hals of ledematen; dan is er geen speciale voorbereiding.
- In de buikorganen of longen dan zijn de volgende voorbereidingen nodig
- U mag 6 uur van tevoren niet meer eten of drinken
- U wordt één dag opgenomen in het ziekenhuis, omdat er een risico bestaat op een nabloeding. Wanneer u zich goed voelt mag u in principe eind van de middag, begin van de avond naar huis afhankelijk van het tijdstip van de punctie. Bij een punctie van de nieren blijft u vaak een nacht ter observatie in het ziekenhuis.
- Er wordt bij u bloed geprikt om te kijken of uw bloed goed genoeg stolt. Er wordt bij u een infuus ingebracht welke in de onderarm blijft zitten totdat u weer naar huis mag.
Het onderzoek
U wordt uit de wachtkamer opgehaald door de echolaborant. U ontbloot het deel van het lichaam dat onderzocht moet worden. Wordt er in de buikorganen of longen geprikt dan zal de laborant voor en na de procedure uw bloeddruk meten. De laborant, arts-assistent of radioloog zal de echo-gel op het lichaam aanbrengen en met het echoapparaat over de huid strijken. Zo wordt de plaats gezocht waarin geprikt moet worden. De plek wordt schoongemaakt met alcohol, waarna de arts-assistent of radioloog een injectie geeft voor de verdoving, dit kan een branderig gevoel geven. Hierna wordt een klein sneetje in de huid gemaakt, hier voelt u weinig van. Er komt een groene doek over u te liggen. De arts-assistent of radioloog gaat met een wat dikkere naald naar binnen. Bij het inbrengen van de naald kunt u even een scherpe pijn voelen. Wanneer er een stukje weefsel wordt afgenomen hoort u een harde klik, van binnen kunt u een tikje voelen. De naald wordt weggehaald en het stukje weefsel wordt in een speciaal potje gedaan. Meestal worden er meerdere stukjes weefsel afgenomen op dezelfde plek. U krijgt een pleister op de prikplek. Het verkregen weefsel wordt onderzocht door een patholoog-anatoom, dit gebeurd op een locatie buiten het ziekenhuis. De uitslag van dit onderzoek kunt u derhalve ook niet direct van de radioloog of de arts-assistent krijgen.
Na het onderzoek
Afhankelijk van de plaats waar geprikt is, gaat u naar huis of terug naar de verpleegafdeling. Bent u geprikt:
- In de hals of ledematen; u mag naar huis, maar het is wel belangrijk dat u deze dag nog rustig aan doet. Dit betekent, niet sporten of andere intensieve bezigheden uitvoeren. Houdt u de prikplek nog wel in de gaten.
- In de buikorganen of longen: u wordt teruggebracht naar de verpleegafdeling. Afhankelijk van het orgaan waar in geprikt is moet u plat blijven liggen of op de rechterzij. De verpleegkundige zal regelmatig de bloeddruk en het wondje controleren. Het kan zijn dat u napijn heeft, bijvoorbeeld een uitstralende pijn naar de rechterschouder.
Als u een biopsie van de long heeft gehad, kan het zijn dat er na ongeveer twee uur een controle röntgenfoto van de longen wordt gemaakt. Als het goed met u gaat, wordt hierna het infuus uit uw arm gehaald en kunt u weer naar huis.
Napijn en een blauwe plek zijn normaal, om de pijn wat te verlichten kunt u er een ijszak op doen. Leg de ijszak niet direct op de blote huid, maar doe er een theedoek tussen. Wanneer u na het onderzoek toenemende pijnklachten krijgt, roodheid van het wondje of koorts dient u contact op te nemen met uw huisarts of behandelend arts.
De uitslag van het onderzoek
De uitslag van het laboratoriumonderzoek is meestal na één week bekend. Uw behandelend arts bespreekt de uitslag met u.
Een drainage
Bij dit onderzoek wordt een dun slangetje ingebracht om vocht dat zich in de buik bevindt af te laten lopen in een zakje. Voordat het dunne slangetje wordt ingebracht, wordt de exacte drainageplaats bepaald door middel van een echo-onderzoek.
Voorbereiding
- Voor dit onderzoek dient u opgenomen te zijn in het ziekenhuis.
- Het kan zijn dat er bij u bloed wordt geprikt om te kijken of uw bloed goed genoeg stolt.
Het onderzoek
U wordt uit de wachtkamer opgehaald door de echolaborant. U ontbloot het deel van het lichaam dat onderzocht moet worden. De laborant, arts-assistent of radioloog zal de echo-gel op het lichaam aanbrengen en met het echoapparaat over de huid strijken. Zo wordt de plaats gezocht waar de arts-assistent of radioloog zal prikken. De huid wordt schoongemaakt met alcohol, waarna de arts-assistent of radioloog een injectie geeft voor de verdoving dit kan een branderig gevoel geven. Hierna wordt een klein sneetje in de huid gemaakt, hier voelt u weinig van. Er komt een groene doek over u te liggen. De arts-assistent of radioloog gaat met een drain naar binnen. Dit is een plastic slangetje met een naald erin. U kunt even een scherpe pijn voelen wanneer de drain door het buikvlies gaat. De arts-assistent of radioloog kan op het scherm zien of de drain op de goede plek zit. Als de drain goed zit, verwijdert de arts de naald en blijft het slangetje achter. Aan het slangetje wordt een zakje gekoppeld waar het vocht in kan lopen. Het slangetje wordt vast geplakt aan uw huid.
Na het onderzoek
Het slangetje blijft in uw buik zitten totdat uw behandelend arts besluit deze te laten verwijderen, vaak is dit wanneer er geen of weinig vocht meer uit de buik loopt. Per patiënt is dit verschillend. Afhankelijk van de drain die gebruikt is kan deze op de verpleegafdeling of op de afdeling radiologie verwijderd worden. Dit wordt doorgegeven aan de verpleging.
Wanneer u na het onderzoek pijnklachten heeft, kunt u de verpleegkundige van de afdeling waarschuwen. Als u toenemende pijnklachten krijgt, roodheid van het wondje of koorts dient u contact op te nemen met uw huisarts of behandelend arts.