“Door de Coronacrisis kwamen we als collega’s dichter bij elkaar”
Koen Deppenbroek werkt al een hele tijd als verpleegkundig endoscopist in MST: “Ik werk hier al elf jaar. Tijdens de uitbraak van het coronavirus deden wij op het endoscopiecentrum steeds minder onderzoeken. Er werd vanuit het ziekenhuis gevraagd of wij op een andere afdeling wilden werken. Ook zijn toen de buddysystemen gecreëerd om zo de verpleegkundigen op de IC te ondersteunen.” Ingeborg Kalsbeek werkt als IC-verpleegkundige, en heeft zodoende met Koen samengewerkt tijdens de coronaperiode.
Ingeborg: Het was een hele bijzondere situatie. Niemand was gewend om met buddy’s te werken. We hebben als IC-verpleegkundigen wel in verschillende settingen gewerkt, maar dit was een heel ander systeem. Er waren buddy’s binnen de afdeling en buiten de afdeling. Jij was een buitenbuddy, toch Koen?
“Klopt. Ik kreeg op woensdag te horen dat ik buddy zou worden op de IC, op vrijdag hoorde ik dat ik buitenbuddy zou worden. Ik dacht: dit doen we gewoon, het is nodig.”
Kon je kiezen welke functie je wilde?
“Ik wilde graag helpen dus dat heb ik aangegeven bij mijn leidinggevende. Van hem hoorde ik dat ik op de IC als buddy moest helpen, dus daar heb ik me helemaal opgestort en scholingen gevolgd. Ik was wat overdonderd dat het in een keer veranderde naar buitenbuddy, maar ik dacht: we gaan kijken hoe het loopt. Ik moest even de knop omzetten, want ik heb niet gekozen voor een baan op de IC en het is heel anders dan wat ik normaal doe. Ik werkte nog maar één minuut als buitenbuddy en dacht: oh wat leuk!
Jij werkt natuurlijk ook met hele ander mensen van andere afdelingen dan normaal.
“Ja, andere mensen, andere werkzaamheden en je staat op een andere plek. In het begin is dat aftasten, maar je leert elkaar hierdoor sneller en beter kennen.”
Ik vond dat ook leuk. Je ziet collega’s van andere afdelingen wel eens, maar nu heb je heel ander contact. Je werkt in bijzondere omstandigheden aan een gezamenlijk doel. Zo leer je de mensen kennen die je normaal alleen op de gang groet. Wij waren ingepakt in beschermende kleding, dus jullie zagen alleen onze ogen. Op een gegeven moment begonnen jullie onze stemmen te herkennen.
“Ja. We konden alleen met jullie praten via een luikje en zagen verder niets. Het was net een luikje van de afhaalchinees. Het was elke keer een verrassing welke verpleegkundige er stond.”
Dat was inderdaad heel apart. Doordat we een cohortafdeling waren konden we er zelf niet steeds af. Daarom moesten we door het luikje communiceren. Wij waren de besmette afdeling en doordat het werken op deze afdeling wat anders ging dan op de andere IC-afdeling had je niet alle benodigdheden standaard binnen handbereik. Als we medicatie of sondevoeding nodig hadden moesten we dat door het luikje aan jullie vragen. Normaal pak je alles zelf, nu moest je alles wat je nodig had vragen. Je moet echt van tevoren denken: wat heb ik nodig? Dat was even wennen, maar uiteindelijk kregen we daar een systeem in.
“Na een week merkte je dat het een goed geoliede machine was. Iedereen wist waar alles lag. Als buitenbuddy was het streven naar dat alles op een cohortafdeling goed verzorgd was, en dat de verpleegkundigen veilig naar binnen konden gaan. Ik vond dat het belangrijkste, dat alles bij jullie goed ging.”
Op de IC fluctueert het natuurlijk altijd en weet je nooit wat er komt, maar dit was een andere patiëntencategorie. Het werk was wel zwaar, doordat we de hele tijd in die pakken in enorm warme omstandigheden werkten. Wij waren de rest wel gewend, op de IC heb je regelmatig plotselinge veranderingen in de situatie van patiënten en spoedsituaties.
“Dat vond ik soms wel spannend. Doordat je achter het scherm zat en de afdeling niet kon zien merkte je niet altijd wat er gaande was. We konden het alleen horen en merken doordat ze ineens heel veel nodig hadden via het luikje. Dan zat er meer haast achter. Dat is gek en beangstigend, je wil zo graag helpen maar dat kan dan niet. Het enige wat we konden doen is alles zo goed en snel mogelijk regelen.”
Dat snap ik wel. Alles verliep prima. Ook al kende je elkaar van tevoren niet, verliep de samenwerking erg goed. Dat is een mooie bijkomstigheid van het coronavirus. Normaal had je met afdelingen je eigen eilandjes, op dit soort momenten kom je dichter bij elkaar.
“Ja. Mensen die je eerst niet kende, ken je nu heel goed. Je merkt dat alle neuzen dezelfde kant op staan en dat iedereen in MST samenkomt.”