Collega verpleegkundige Wilma Koops schrijft elke 14 dagen een blog.
Het is 4 mei en mijn collega’s van de late dienst en ik hadden het vanmiddag over de dodenherdenking. “Wel even rekening houden met de 2 minuten stilte hè, om 20.00 uur”. Een moment waar ik waarde aan hecht en waar ik, als ik vrij ben, via de TV aanwezig ben op de Dam en in stilte gedenk. Dit jaar werd het zelfs ijzig stil om precies 20.00 uur. Vlak ervoor stelde de SEH-arts de vraag: “Heeft er iemand bezwaar tegen het stoppen van deze reanimatie?” De tien witte jassen om de 82-jarige mevrouw heen bleven stil, inclusief ik zelf. “Dan stoppen we nu met reanimeren”. Alle hardwerkende handen lieten los en even was er een moment van bezinning… Om klokslag 20 uur.
Deze mevrouw was mijn patiënt. Die ochtend kwam ze via de SEH binnen nadat ze al meerdere keren kleine beetjes donker bloed had gebraakt. Op de AOA kreeg ze maagbeschermers via het infuus en de HB-controle van drie uur liet zien dat het bloedgehalte bijna niet gedaald was, een goed teken. Wel voelde ze zich misselijk en bleef ze kleine beetjes bloed ophoesten. Iets dat natuurlijk niet hoort, maar de controles lieten zien dat ze stabiel was. Ook uit bloeduitslagen en een buikonderzoek door de arts kwamen geen aanknopingspunten voor directe actie. Toch had ik een ‘niet-pluis’ gevoel.
Aan het einde van de middag heb ik mevrouw naar het toilet geholpen, waar ze niet lekker werd. “Ik denk dat ik flauw val”, vertelde ze me bleek, klam en naar adem happend. Gauw hebben een collega en ik haar in bed geholpen. Daar duurde het wel wat langer dan normaal gesproken bij een flauwte, maar ze herstelde wel. Toch bleef ze een ruime hoeveelheid zuurstof nodig hebben, waarop de arts besloot om met spoed een CT-scan te laten maken.
Vanwege mijn rare gevoel heb ik een collega meegevraagd om mevrouw samen met mij, rond 19.30 uur, naar de CT-scan op de SEH te brengen. En daar ging het helemaal mis: een massale bloeding vanuit haar maag/dunne darm bleef stromen. Er was geen redden meer aan. Vrij snel nadat de bloeding begon, leek mevrouw al overleden. Toen ik haar naam noemde, sloeg ze nog één keer de ogen op, maar daarna verloren de ogen haar levendige blik. Ze had een volledig beleid, dus het starten van de reanimatie was een must. Een heftige ervaring. Voor mevrouw, voor haar familie, maar ook zeker voor de betrokken verpleegkundigen en artsen. Helaas kregen we er haar niet mee terug.
De dodenherdenking op 4 mei zal er in de toekomst voor mij eentje zijn waarop ik eerst terug zal denken aan deze lieve en sterke vrouw die op een bizar moment het leven verliet en zich daarmee voor mij memorabel maakte.