“Het maakt je soms wel angstig”

Normaal werkt Timo als fysiotherapeut op de trauma-afdeling, maar hij staat sinds de corona-uitbraak vooral op de corona-afdelingen. Dat is heel anders, deze patiënten zijn ziek en zitten vrijwel allemaal aan een zuurstofapparaat. “Ik probeer ze gerust te stellen, maar dat is lastig. De patiënten zijn vaak laag belastbaar, dus als ze ook maar iets bewegen gaat hun ademhaling omhoog, moeten ze happen naar zuurstof en raken ze soms in paniek.”

“In het begin moest ik wennen aan het werken op een corona-afdeling. Het maakt je angstig omdat er geen vaccin is tegen het virus. Dit zie ik bij mezelf, maar ook wel bij collega’s. Patiënten kunnen ineens heel hard achteruit gaan, dan moet je er snel bij zijn in de hoop dat je wat voor ze kan doen. Dat kan helaas niet altijd, je wil zo graag helpen maar je voelt je soms machteloos.” Timo kan er goed over praten met zijn vriendin en ouders. “Ook sport ik veel. Dat is mijn uitlaatklep en dat zorgt ervoor dat ik het goed kan loslaten. Gelukkig kan ik ook heel vaak wel iets betekenen voor de patiënt.”

“Je bent niet alleen fysiotherapeut, maar ook een luisterend oor”

“Coronapatiënten hebben veel meer behoefte aan menselijk contact. Ze krijgen vrijwel geen bezoek, en zien alleen mensen in pakken en mondneusmaskers binnenkomen. Je ziet dat die mensen echt snakken naar een gesprek. Ik bied ze dan een luisterend oor, probeer aan te voelen of een patiënt een gesprek wil aanknopen of openstaat voor een grapje. Mensenkennis komt dan goed van pas om het ijs te breken.” Timo vertelt dat dat vooral in het begin erg lastig was, omdat je geen idee hebt hoe je je moet opstellen. Of je positief moet zijn, rustig of juist niet. “Ik begin er steeds meer aan te wennen. Aan de hitte van het pak, en aan de wisselende werkdagen en verschillende soorten patiënten. Elke patiënt moet je lezen, de één is makkelijker in beweging te krijgen dan de ander. Ik leg altijd uit wat ik kom doen, waarvoor het belangrijk is en vertel over de gevaren als ze niet in beweging komen.”

Verlies van ademhalingsspieren

Patiënten die aan de beademing hebben gelegen raken enorm snel, veel spierkracht kwijt. Niet alleen in de armen en benen, maar ook het longvolume neemt af en mensen kunnen minder gebruik maken van hun ademhalingsspieren. Het is daarom belangrijk dat ze wel in beweging komen. “Het is heftig, je wil echt iets betekenen en wat doen voor de patiënt, maar dit kan gewoon niet altijd en dat is wel eng. Je begint altijd met ademhalingsoefeningen, en je merkt dat patiënten het fijn vinden als ze toch wat hebben gedaan. Als de toestand van de patiënt het toelaat wordt er zo snel mogelijk begonnen met oefentherapie op bed, zitten op de bedrand of zelfs het staan en lopen. Het kost de patiënt vaak veel energie, maar het is mooi om te zien dat veel patiënten ook snel weer opknappen en met ontslag kunnen om elders verder te revalideren. Dat geeft je energie en daar krijg je een kick van. Dat hebben we dan met zijn allen gedaan en zo zie je: je komt er samen doorheen.

Waar bent u naar op zoek?