Collega verpleegkundige Wilma Koops schrijft elke 14 dagen een blog.
Op de vraag van mijn collega of ik mevrouw Jansen zou willen helpen met douchen, lees ik even haar dossier en ga ik kijken wat ik voor haar kan doen. “Ik wil graag douchen, maar ben na inspanning steeds zo duizelig”. Ze is twee dagen geleden aangereden door een auto terwijl ze op haar fiets zat, waarna ze op de voorruit belandde en het licht bij haar uitging. Omstanders zagen een gebarsten voorruit; het was een flinke klap!
Ik zie een blauw oog en een flinke zwelling aan de rechterkant van het voorhoofd. Daarachter zit een kleine subarachnoïdale bloeding: een bloeding binnen de hersenvliezen tussen de hersenen en de schedel. Behoorlijk heftig letsel dus. Toen ze op de spoedeisende hulp binnen kwam, had ze wartaal gesproken, wist ze niet waar ze was en ook haar kortetermijngeheugen functioneerde niet. Een flinke hersenschudding, was de conclusie.
Haar duizeligheid en ook haar misselijkheidsklachten zijn hierdoor zeker te verklaren. Ze loopt naar het toilet en ik zie dat dat moeizaam gaat. “Ik heb ontzettend spierpijn van de klap, maar de duizeligheid kan ik nu wel hebben”. Ondertussen komt haar man binnen in een hardlooptenue. “Plannen om mee te gaan doen aan de marathon vandaag”, vraag ik hem. “Jazeker. Ik wou eerst afzeggen na het ongeluk van mijn vrouw, maar ja, nu het iets beter gaat, wil ik toch graag mijn 5 km gaan uitlopen. Het is een speciaal doel voor mij, want ik loop namelijk namens het Thoraxcentrum van MST. Ik heb vorig jaar na hartklachten een stent gekregen, waarna ik via hen in training ben gegaan en intussen de conditie zover opgebouwd heb om 5 km te gaan hardlopen”. Zegt de man die een klein uurtje voor aanvang nog even zijn vrouw wil begroeten. “Wat goed dat je al weer zover gerevalideerd bent”, geef ik hem mee en ik wens hem succes.
Nadat hij op weg is naar de start, help ik zijn vrouw met zich wat op te frissen. Douchen raad ik haar vandaag af, dat lijkt me nog een stap te ver. “Goh, u had vast graag aan de kant gestaan om hem aan te moedigen”. “Dat moet ik missen helaas, maar zoals ik me nu voel, kan ik er ook echt niet naar toe”, zegt ze met een teleurgestelde blik. Nadat ze weer in bed stapt, begint de wereld om haar heen te draaien en moet ze overgeven. Toch teveel inspanning, zo blijkt. Rustig de tijd nemen voor het herstel en niets overhaasten is mijn advies. Het licht op de kamer gaat uit. Mevrouw probeert op adem te komen terwijl haar man, hemelsbreed een kilometer verderop, zijn medaille mag ophalen voor zijn topprestatie.