Gezondheidstechnologie op zo’n manier inzetten dat het meerwaarde heeft voor de patiënt, zorgverleners en de maatschappij. Reumatoloog en hoogleraar Harald Vonkeman deelt zijn visie op ‘patiëntgerichte gezondheidstechnologie’ tijdens zijn inaugurele rede aan de UT vandaag. “We moeten de artsen van de toekomst leren hoe ze kunstmatige intelligentie in de zorg toe kunnen passen.”

Harald Vonkeman hoogleraarNaast reumatoloog in MST, is Harald Vonkeman hoogleraar ‘patiëntgerichte gezondheidstechnologie’ aan de Universiteit Twente. Hij wil met behulp van toegankelijke technologie de patiënt meer regie geven over zijn gezondheid en zorg. “We verlenen steeds meer ziekenhuiszorg op afstand. Logisch, want waarom zou een patiënt voor alles naar het ziekenhuis moeten komen, terwijl veel thuis kan?”

Digitale zorg toegankelijk voor iedereen

De toegankelijkheid van digitale zorg is een grote uitdaging. Harald: “Met alle nieuwe mogelijkheden, zoals apps, sensoren en draagbare apparaten als een stappenteller, leggen we best veel verantwoordelijkheid bij de patiënt. Maar we kunnen er niet vanuit gaan dat iedereen dezelfde taal- en gezondheidsvaardigheden heeft. De meeste experimenten rondom gezondheidstechnologie slagen bij hoogopgeleide mensen, terwijl zorgbehoevenden zich ook, en misschien wel meer, in andere doelgroepen bevinden.”

Onderzoeken

Harald vertelt dat er veel onderzoeken lopen rondom telemonitoring. “Hierbij kijken we bijvoorbeeld naar mogelijkheden om te versimpelen. Denk daarbij aan dat patiënten niet meer maandelijks een lange vragenlijst invullen, maar elke dag maar één simpele vraag beantwoorden.” Ook andere manieren van zorg op afstand worden onderzocht, zoals diagnostiek en therapie. “Zo weten we steeds beter hoe we Virtual Reality (VR) in kunnen zetten voor patiënten met chronische pijnklachten.”

Fieldlab in MST

“Een andere mooie ontwikkeling is dat we aan het kijken zijn of we een fieldlab kunnen ontwikkelen. Dat moet je zien als een fysieke plek in MST waar we alle stakeholders rondom innovatie bij elkaar brengen, zoals artsen, huisartsen, tech-bedrijven, onderzoekers van Saxion en de UT, zorgverzekeraars en natuurlijk patiënten. Dat samenkomen is belangrijk, want nu zijn experimenten vaak geïsoleerd, terwijl we veel meer van elkaar zouden kunnen leren. Of experimenten lopen niet lang genoeg door, waardoor de oplossing niet goed wordt geïmplementeerd.”

Opleiding van de toekomst

Dat geneeskundestudenten nog steeds maar weinig leren hoe ze nieuwe communicatietechnologieën en kunstmatige intelligentie toe moeten passen na hun opleiding, moet veranderen volgens Harald. “Zij worden nog steeds opgeleid met de kennis en technologie van toen ik zelf de opleiding deed. Ze leren bijvoorbeeld om een stethoscoop te gebruiken, maar dat is volkomen achterhaald. Het is zo belangrijk om vaardigheden rondom digitale zorg te ontwikkelen, net als dat jonge artsen betrokken moeten worden bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Artsen gaan er niet door vervangen worden, zoals misschien soms gedacht wordt, maar hun werkzaamheden veranderen wel.”

Kunstmatige intelligentie

Harald vertelt dat er rondom kunstmatige intelligentie verschillende experimenten lopen. “We zijn nu bezig met ‘text mining’. Een soort algoritme analyseert dan grote hoeveelheden tekst in het elektronische patiëntendossier HiX. Vaak is dat ongestructureerde tekst, zoals anamneses, die moeilijk te analyseren is, maar er zit veel interessante informatie in. Ook zijn we bezig om te onderzoeken of we op basis van röntgenfoto’s kunnen voorspellen of iemand een bepaalde aandoening gaat krijgen. Wie weet kunnen we dat al veel eerder opmerken dan dat we nu doen.”

Waar bent u naar op zoek?