Collega verpleegkundige Wilma Koops schrijft elke 14 dagen een blog.
“Ik heb slaappillen ingenomen. Ik zie het leven niet meer zitten. Er ligt een brief met uitleg over de financiën op het bureau. Ik hou van jullie.” De zoon van deze meneer heb ik al vroeg aan de telefoon vandaag en hij vertelt me dat zijn vader hem dit gisteravond geappt heeft. Hij is vooral boos, omdat zijn vader zijn huwelijk op het spel heeft gezet. Toen dat bekend werd, probeerde hij een eind aan zijn leven te maken. “Langskomen in het ziekenhuis gaat echt niet gebeuren hoor, hij zoekt het maar uit!” Toch vervolgt hij bezorgd met: “Maar hij komt er toch wel weer bovenop?”
Ik zie een man in bed liggen die niet wakker te krijgen is. Ook op pijnprikkels reageert hij niet. Ik ruik een behoorlijke alcoholwalm. Meneer vergeet soms te ademhalen en dan dipt zijn zuurstofgehalte naar 80%. De ethanolspiegel van 2,8 is hier onder andere de oorzaak van en zorgt voor een hoge slaapbehoefte. De man is flink geïntoxiceerd; niet wetende wat en hoeveel hij precies ingenomen heeft, is de monitor een vereiste om direct te kunnen ingrijpen wanneer zijn situatie verslechtert. Hij ligt in zijn eigen braaksel en samen met een collega probeer ik hem en zijn bed een beetje op te frissen. Normaal gesproken worden mensen van het getrek en gedraai in bed wel wakker, maar van deze man krijgen we geen enkele respons. Het zal nog wel even duren voordat hij wakker wordt.
Met regelmaat kijk ik deze ochtend even achter de deur. Na een aantal uren is ‘stabiel’ mijn conclusie en ook de monitor laat inmiddels zien dat het redelijk goed gaat met hem. Alhoewel, lichamelijk dan, want als hij niet veel later wakker wordt, begint hij hartverscheurend te huilen. Het besef dat hij er een puinhoop van gemaakt heeft, dringt heftig hard tot hem door. Ik zie een man die vreselijk veel spijt heeft van dingen die er gebeurd zijn, maar ook zegt hij dat het leven gewoon klaar is wat hem betreft. Veel wil hij me niet vertellen; hij schaamt zich ontzettend en vindt dat hij de consequenties moet aanvaarden. Licht aan het einde van de tunnel is er volgens hem niet. Zijn doodswens is nog altijd groot aanwezig.
De psychiater komt bij hem langs op de afdeling, gaat met hem in gesprek over zijn privé-situatie en hij schat in dat meneer, met nog altijd een actieve doodswens, nu niet naar huis kan. Hij gaat opgenomen worden op de MPU (Medisch Psychiatrische Unit). Dit om hem te behandelen en hem te behoeden voor het gevaar dat hij voor zichzelf is op dit moment.
Als verpleegkundige op de AOA ben ik vooral gericht op het verplegen van het lichamelijke. Qua tijd en behandeling van de psyche sta ik machteloos toe te kijken. Ik zie een grote en lichamelijk sterke man die nu moeite heeft om zijn zwaktes te accepteren. Ik zie een slachtoffer met een immens groot verdriet, iemand die hard oordeelt over zichzelf. Ik zie iemand die het verleden niet terug kan draaien, maar die wel recht heeft op een toekomst. Ik hoop dat deze meneer de psychische hulp krijgt die hij nodig heeft, want ieder mens verdient een tweede kans.