Na corona het leven anders bekijken: “Ik ben omringd met lieve mensen”

Eddy’s leven hing aan een zijden draadje toen hij met een coronabesmetting in MST werd opgenomen. Nu is hij volop aan het revalideren. “Ik ben positief ingesteld, maar toen spande het er echt even om.”

Eind januari dit jaar testte Eddy van Heel positief op corona met griep- en koortsklachten. Omdat hij niertransplantatiepatiënt is, de hoeveelheid zuurstof in zijn bloed (saturatie) afnam en de koorts toenam, werd besloten om hem op te nemen op de corona-afdeling in MST. “Het leek toen goed te gaan, dus ik werd op een gegeven moment ontslagen”, vertelt Eddy. “Maar omdat thuis al vrij snel de saturatie zakte en ik benauwd was, kwam ik via de SEH weer op de corona-afdeling terecht.”

Regelmodus

“Het ging daar op en af met mij, maar ineens ging het bergafwaarts. Op 10 februari werd ik naar de IC overgebracht, een dag later werd ik aan de beademing gelegd.” Eddy komt in een regelmodus. “Ik ben realistisch; als nierpatiënt had ik een reële kans op overlijden. Daarom sprak ik, voordat de beademing zou beginnen, de financiën door met mijn vrouw en broertje en belde ik mijn compagnon om hem te vragen om alles goed te regelen voor mijn vrouw en kinderen. Ik wilde het goed geregeld hebben mocht ik er niet meer zijn. Op die manier kon ik met een geruster hart de beademing in.” Eddy vertelt dat zijn zoon Florent, vrouw Lotje, vriend en nierdonor Remco en broer Lucas vaak langs zijn geweest en dat ze dagelijks goed op de hoogte werden gehouden door het personeel.

Onzekere tijd

Eddy ligt uiteindelijk twee weken aan de beademing op de IC. “Ik vond het eerst eng om te gaan slapen, maar na wat bemoedigende woorden van de intensivist, dr. Trof, ging ik er rustig in. Er was geen tijd meer voor de familie om dag te zeggen, voor hen brak een lange onzekere tijd aan.”

Door de opties heen

In de tijd op de IC, een kleine maand in totaal, krijgt Eddy complicatie na complicatie. “Ik kreeg een longontsteking door een pseudomonas bacterie, waarbij de antibiotica eerst niet aansloeg. Die ging over in een bloedvergiftiging met hele hoge koorts, waardoor ik ice-packs op mijn lichaam kreeg. Ook werd ik inmiddels gedialyseerd, omdat ik door de toegediende medicatie een nierinsufficiëntie kreeg en werd mijn bloed gekoeld teruggegeven, ook om de koorts te remmen. Toen ik daarbovenop nog een klaplong kreeg, gaven de artsen aan nagenoeg door hun opties heen te zijn en dat we op het beste moesten hopen. Er moest rekening mee gehouden worden dat de beademing waarschijnlijk nog wel meerdere weken zou kunnen gaan duren. Mijn broertje, die altijd goede hoop had gehouden, was op dat moment ook angstig. Ik zag er anders uit; ik was volledig opgezet, er zat schuim rondom mijn mond en mijn ogen waren bedekt met rommel.”

Rare dromen

Gelukkig opende Eddy een dag later zijn ogen en ging het lichamelijk wat beter. Wel was hij verward; hij had een delier. “Ik dacht dat ik het niet gehaald had en dat ik overleden was”, vertelt Eddy. “En ik zag hele gekke dingen. Ik was in een soort hel en er hingen mensen aan haken, waar ik tussen hing. Ik hoorde op een gegeven moment in de verte een galmende stem, waarvan ik dacht dat het mijn vrouw was. Ze kwam teruglopen van mijn begrafenis en had me net begraven. Ik voelde me op dat moment heel wanhopig, maar wilde het niet opgeven en beet de draden door waar ik aan hing. In het echt bleek ik op dat moment de beademingsbuis door te hebben gebeten. Toen ik mijn ogen open kon doen en me langzaam realiseerde dat ik nog leefde, dacht ik dat ik in een buitenlands slecht ziekenhuis lag waar ze experimenten op me wilde doen. Ik had geen voeten meer en mijn gezicht was door de helft. Dat gaf me enorm veel stress. Ik kan me voorstellen dat ik niet echt vriendelijk was naar de verpleging. Gelukkig waren ze dat wel tegen mij.”

“Ik voelde me welkom”

Eddy wordt overgeplaatst naar de longafdeling. “Zowel hier als op de IC was iedereen zo lief en zorgzaam. Echt heel bijzonder. Ik voelde me welkom en kon me daardoor makkelijk overgeven aan de zorg. De verpleegkundigen stelden me gerust, de voedingsassistentes namen de tijd om me eten te geven, de fysio- en ergotherapeuten probeerden me steeds te motiveren, de intensivist kwam speciaal naar de IC om mij te zien toen ik daar even terug was om mijn kamer weer te zien en met de geestelijke verzorger heb ik goede gesprekken gehad.”

Revalidatie

Na zijn periode in MST gaat Eddy verder revalideren bij Roessingh. “Hier heb ik elke dag fysiotherapie gehad en revalideerde ik stap voor stap. In MST kon ik nog niet staan, dat lukte hier uiteindelijk wel. Na vijf weken kwam ik lopend met een rollator thuis.”

Kippenvel

Toen Eddy thuis kwam, stond de straat vol met familie, vrienden en bekenden. “Dat was zo’n bijzonder moment, zo lief en attent van iedereen, dat vergeet ik nooit meer”, vertelt Eddy. “Ik was zo blij om thuis te zijn om verder te herstellen. En om terug te kijken. Samen met mijn vrouw heb ik laatst nog het IC-dagboek doorgebladerd. Op de IC adviseerden ze haar om een dagboek bij te houden. Zij kwam elke dag bij me langs, samen met mijn broertje, en heeft veel opgeschreven. Een heel waardevol document, omdat ik lang niet alles meer weet van mijn tijd op de IC.” Eddy is onlangs op de IC geweest om te praten met verpleegkundigen Eline en Harriëtte, die hem verpleegd hebben. “Dit vond ik heel waardevol.”

“Ik kan mijn dochter weer optillen”

Eddy loopt inmiddels zelfstandig, rijdt weer auto en merkt bijna dagelijks vooruitgang. “Laatst tilde ik mijn dochter op en besefte even later dat dit nog maar kort geleden helemaal niet vanzelfsprekend was. Binnenkort wil ik ook weer langzaam beginnen met werken. Maar niet direct te hard van stapel, want het leven draait niet alleen om werken. Dat heb ik echt meegenomen uit de afgelopen periode. En ik waardeer de kleine dingen en leef in het nu. Het is heel fijn dat mijn eigen ik meer en meer terugkomt, ik ben steeds meer Eddy.”

Waar bent u naar op zoek?