Onze verpleegkundige Wilma Koops schrijft elke 14 dagen een blog op www.mst.nl. Hieronder de vijfde editie.
Om 15.15 uur begint mijn late dienst. Ik mag zorgen voor de longpatiënten vandaag en net op de afdeling binnengekomen is “Oma FC Twente”. Een 80-jarige vrouw, heel benauwd, zuurstofbehoeftig, heeft een verergering van haar astma. Erg aan het hoesten en amper in staat om te praten, ligt ze uitgeput in bed. Ik zie dat alles haar veel inspanning kost, dus ik laat haar zoveel mogelijk met rust. Wat later op de avond lijkt de medicatie iets te helpen en zoek ik haar opnieuw op om even te vragen hoe het met haar gaat. “Och meiske, het wil allemaal niet, ben zo benauwd”.
Toch zit ze om een praatje verlegen en in haar gegevens staat dat ze één grote hobby heeft: FC Twente. Aangezien ik voetbal toch ook wel interessant vind, vraag ik haar wat ze het liefste doet in haar vrije tijd. Haar ogen die dof stonden, begonnen te stralen. “Ik sla geen wedstrijd over, ik zit alle thuiswedstrijden bij FC Twente”. Ze begon vol trots te vertellen dat ze al jaren een jaarkaart heeft, dat ze met hele vriendelijke mensen in het stadion zit, in vak 110, op rij 6 stoelnummer 8.
“Gaat u samen met uw man?” Och nee, ze gaat altijd alleen, maar dat vindt ze helemaal prima, want iedereen zorgt heel goed voor haar. Dat begint al bij de stewards, die laten haar via de kortste route door het hek, doen het kaartje voor haar door het poortje en ze begeleiden haar via een paar traptreden naar haar plaats. Ze is zo blij met deze mensen! Eénmaal in het vak op haar plekje bekommert Danny zich om haar. Danny regelt elk jaar weer bij haar thuis dat haar jaarkaart verlengd en betaald wordt. Dan komt zijn zoontje ook mee. “En weet je hoe dat mannetje me noemt?” Precies: Oma FC Twente.
Dat ik met een echte fan in gesprek ben blijkt al snel, want namen van alle spelers komen voorbij en ze vertelt dat ze baalt wanneer ze een wedstrijd moet missen: “De laatste keer met moederdag moesten ze ook thuis, tja dat is jammer. Dan ga ik niet, want dat kan ik niet maken tegenover mijn kinderen.”
“Maar vertel eens, hoe kom jij zo geïnteresseerd in FC Twente?”. Zo ziek als ze is, toont ze belangstelling in mij. “Och voetbal is leuk hè, ik voetbal zelf” zeg ik toch een beetje verlegen, niet de bedoeling om het gesprek mijn kant op te draaien. Van Achilles had Oma FC Twente wel gehoord, “Dat is die club die een paar weken terug op het veld een shirt kreeg omdat ze 105 kaartjes verkocht had, hangt het al in de kantine, want dat was de bedoeling hè?”
Ik heb ondertussen toch ook de twinkels in mijn ogen. Wat heb ik toch een heerlijke baan! Genietend van haar passie voor haar clubje en nog meer van dit gesprek, vertel ik haar met een lach op mijn gezicht dat dat zeker gaat gebeuren, maar dat we nog even
een plekje moeten zoeken.