Dementie

Bij het ouder worden veranderen er langzaam dingen in het geheugen. Bij een normale veroudering treedt er een algemene vertraging op in de snelheid van het denken en raakt het korte termijngeheugen licht verstoord. De antwoorden kloppen echter wel en ook de woordenschat en het begrip blijven intact. Bij dementie zijn deze symptomen echter vele malen ernstiger. Iemand met dementie vergeet niet alleen de naam van een kennis maar herkent hem ook niet meer. Informatie verdwijnt langzaam maar zeker uit het geheugen. Iemand met dementie verdwaalt in een bekende omgeving en vergeet dingen, die hij in de loop van zijn leven heeft geleerd, bijvoorbeeld hoe je een boterham moet smeren. Ook kunnen er problemen met de taal ontstaan en het gedrag kan veranderen. Voor mensen met dementie zijn veel dagelijkse handelingen al gauw te moeilijk.
Dementie is een hersenaandoening die iemand langzaam maar zeker volledig afhankelijk maakt van de zorg van anderen. Letterlijk betekent dementie ‘ontgeesting, geestelijke aftakeling’. Het is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes die gekenmerkt worden door combinaties van meervoudige stoornissen in verstandelijke vermogens (waaronder het geheugen), stemming en gedrag. De specifieke kenmerken worden bepaald door de aard, lokalisatie en ernst van de afwijkingen in de hersenen. Er zijn verschillende kenmerken zichtbaar bij dementie.
Kenmerken van beginnende dementie:
  • ernstige vergeetachtigheid. Aanvankelijk problemen met het kortetermijngeheugen. Mensen in deze fase zijn voortdurend spullen kwijt, vergeten afspraken en stellen steeds dezelfde vragen;
  • problemen met complexe en nieuwe situaties, zoals een vakantie of een ziekenhuisbezoek. Mensen raken sneller het overzicht kwijt doordat het ordenen van gedachten niet lukt;
  • verlies van het besef van tijd. Iemand weet niet meer welke dag of hoe laat het is. Ook inschatten hoelang iets duurt, gaat moeilijker.
Kenmerken van voortgaande dementie:
  • kwijtraken van het gevoel voor plaats. In deze fase herkennen mensen plekken niet en weten bijvoorbeeld niet meer waar hun auto geparkeerd is;
  • problemen met het uitvoeren van dagelijkse handelingen. Mensen kunnen handelingen met een bepaalde volgorde steeds moeilijker uitvoeren. Bijvoorbeeld eten koken en zichzelf aankleden;
  • problemen met rekenen. Omgaan met bijvoorbeeld geld wordt een probleem;
  • taalproblemen. De woordenschat wordt beetje bij beetje kleiner;
  • veranderingen in karakter en gedrag. Veel mensen met dementie gaan zich anders gedragen dan voorheen. Soms doen ze dingen die ze vroeger nooit deden, zoals vloeken of grove moppen vertellen;
  • onrust. Veel mensen met dementie moeten continu iets doen. Bijvoorbeeld rondlopen met spullen, opruimen of dwalen. Sommigen krijgen ook slaapproblemen. Zo kan het dag- en nachtritme verstoord raken.
Kenmerken van vergevorderde dementie:
  • voorwerpen niet meer herkennen en niet weten te gebruiken;
  • moeite met bewegen. Mensen bewegen zich onhandig en houterig. Zo stoten ze zich steeds vaker en laten dingen vallen;
  • het verliezen van fatsoensnormen. Mensen verzorgen zichzelf bijvoorbeeld slecht en kennen geen schaamte.
Kenmerken van het eindstadium van dementie
Mensen in de laatste fase van dementie herkennen zelfs de eigen partner en kinderen niet meer. Ook de herinneringen uit het verre verleden zijn verdwenen. Mensen in deze fase worden vaak weer rustiger, praten nauwelijks meer en begrijpen bijna niets meer. Mensen zijn wel gevoelig voor stemmingen en hebben behoefte aan veiligheid en vertrouwen.
Oorzaken
Bij dementie gaan steeds meer zenuwcellen in de hersenen en/of verbindingen tussen deze zenuwcellen kapot. Hierdoor kunnen de hersenen niet goed meer functioneren. Bij sommige mensen met dementie kan de achteruitgang heel snel verlopen, terwijl anderen nog jarenlang een relatief gewoon leven kunnen leiden. Uiteindelijk raakt iemand door de gevolgen van dementie ernstig verzwakt en kan komen te overlijden door lichamelijke aandoeningen.
Diagnose
De diagnose dementie wordt gesteld bij een ernstige geheugenstoornis in combinatie met minstens één ander probleem: een verstoord taalbegrip, voorwerpen niet meer kunnen herkennen terwijl de zintuigen nog werken, meervoudige handelingen niet meer kunnen uitvoeren en problemen met het intellectuele vermogen. Voor de diagnose moeten deze problemen het dagelijks functioneren in enige mate verstoren. De diagnose dementie kan met grote zekerheid worden gesteld in geheugenpoliklinieken en alzheimercentra. Verschillende vormen van dementie kunnen worden onderscheiden door middel van gedragstesten en –observaties in combinatie met beeldvormend onderzoek.
Binnen het Medisch Spectrum Twente is voor diagnostiek op het gebied van vergeetachtigheid de geheugenpolikliniekopgezet. Dit is een samenwerkingsverband tussen de Neurologie, Psychiatrie en Medische Psychologie.
“Soms ben ik het opeens kwijt”.
Het sluipt er langzaam in. De eerste keer dat ik iets merkte was een jaar of vier geleden. De vergeetachtigheid werd alleen steeds erger. Als iemand tegen me zei dat we om 10 uur weg gingen, zei ik alsnog om 10 uur: ‘dat had je wel eerder tegen me mogen zeggn!’. In het ziekenhuis moest ik rekensommetjes maken en andere simpele testen voor het geheugen. Ik vond het zo vreemd dat ik sommige dingen niet meer wist. Ik had altijd een ijzersterk geheugen, volgens mij is er een steekje losgeraakt.

Waar bent u naar op zoek?