Waarop moet u na de operatie letten?

Normaal gesproken kunt u de dag nadat het ventielsysteem is aangelegd uit bed komen. De duur van de bedrust hangt echter af van de omvang van de ingreep. Uw arts zal u nog nadere aanwijzingen geven.

In de eerste maanden na de operatie moet u lichamelijk belasting absoluut vermijden en mag u niet sporten. Gewoonlijk kunt u daarna weer alles doen wat u voor de operatie ook deed. Uw arts zal graag al uw vragen over mogelijke beperkingen bij bepaalde lichamelijke inspanningen (bv. duursport, krachttraining) beantwoorden.

Voor succes op langere termijn zijn we aangewezen op uw medewerking. Wij verzoeken u de aanwijzingen voor de nabehandeling en de nazorg, die de arts voor uw ontslag uit het ziekenhuis met u zal bespreken, goed in acht te nemen. In de regel zal computertomografie (CT-scan) of magnetic resonance imaging (MRI-scan) ter controle noodzakelijk zijn. Uw arts beoordeelt dit.

Reguleerbare ventielsystemen kunnen bij MRI-scans worden ontregeld. Vraag uw arts of bij u een dergelijk systeem wordt ingebracht. Indien mogelijk dient u de gegevens over uw ventielsysteem altijd bij zich te hebben.

Bij de volgende symptomen dient u uw arts te waarschuwen:

  • hoofdpijn, misselijkheid, overgeven, apathie;
  • stuipen, duizeligheid, slecht zien, oorsuizen;
  • loopstoornissen, blaasfunctiestoornissen of bewustzijnstoornissen.

Wat is de kans op welslagen van de operatie?

De kans op welslagen is groot. De gezondheidsproblemen die voor de operatie bestonden (bv. hoofdpijn, verminderd reactievermogen, waarnemings- en concentratiestoornissen, slecht zien, loopstoornissen, blaasfunctiestoornissen), verbeteren soms echter pas geruime tijd na de operatie.

Als er voor de operatie al sprake was van ernstige hersenbeschadiging, dan kunnen de klachten en/of neurologische uitval wellicht permanent zijn.

 

Waar bent u naar op zoek?