Jumpers Knee
Wat is een jumpers knee?
Bij eenjumpers knee, ook wel springers knie genaamd, is de aanhechting van de pees aan de onderzijde van de knieschijf geïrriteerd. De jumpers knee ontstaat door een chronische overbelasting van de pees tussen de knieschijf en het onderbeen. Dit begint vaak met acute overbelasting, waarbij kleine scheurtjesin de pees ontstaan. Het lichaam heeft niet de tijd dit goed te herstellen voor een volgende training of overbelasting van de pees, waardoor er opnieuw scheurtjes ontstaan. Uiteindelijk leidt dit tot een verminderde peeskwaliteit. Dit uit zich in belasting afhankelijke pijnklachten aan de onderzijde van de knieschijf, welke in een later stadium ook in rust kunnen blijven bestaan.
Oorzaken
De klachten zijn over het algemeen toe te schrijven aan overbelasting als gevolg van repeterende piekbelasting.Als gevolg daarvan kunnen er tekenen van ontstekingen ontstaan en een gestoord herstelproces op basis van kwaliteitsverlies van de kniepees. Een kniepees geneest over het algemeen vrij moeizaam. Enkele andere oorzaken kunnen zijn:
- Afwijkende stand van de benen ofde knieschijf
- Spierzwakte
- Overgewicht
- Overmatige krachttraining
- Springsporten ofbelastend werk
Klachten en symptomen
Bij een jumpers kneeontstaat pijn net onder de knieschijf. De pijn wordt erger bij bewegingen zoals afzetten, springen of hardlopen. Ook bij traplopen, langdurig zitten en autorijden kunnen de klachten erger worden. De klachten ontstaan vaak geleidelijk en worden erger waarbij een zeurend gevoel kan ontstaan. Na sportactiviteiten ervaart met ook vaak pijn en stijfheid.
Diagnose en onderzoek
Aan de hand van een vraaggesprek en een lichamelijk onderzoek kan de diagnose worden gesteld. De aanhechting van de pees drukgevoelig is en dat er is soms een verdikking zichtbaar. Wanneer het been tegen een weerstand in gestrekt wordt geeft dit ook vaak pijnklachten.
Op de polikliniek zullen ook röntgenfoto’s worden gemaakt. Meestal is een jumpers knee niet op een röntgenfoto te herkennen. In sommige gevallen kan een MRI scan of een echo worden gemaakt om de diagnose te bevestigen en om andere afwijkingen uit te sluiten.