Onderzoek en behandeling

Binnen de geheugenpoli wordt er aanvullend onderzoek gedaan. Het gekozen aanvullende onderzoek verschilt per patiënt en is afhankelijk van de situatie. Welk aanvullend onderzoek nodig is wordt door de specialist beoordeeld. Hieronder volgt een korte uitleg van ieder onderzoek.

Bloedonderzoek

Op de geheugenpoli wordt er standaard bloed afgenomen. Het doel van het bloedonderzoek is om uit te sluiten of er sprake is van een bloedarmoede, diabetes mellitus of ziekten aan organen zoals de nieren, lever of schildklier. Eventueel worden nog vitamines bepaald.

MRI of CT-hersenen

Met een MRI of CT scan van de hersenen kijken we naar verlies van hersenweefsel (atrofie) en vasculaire schade (schade door ziekte aan de bloedvaten). De MRI of CT-scan wordt gemaakt om afwijkingen te vinden die de klachten kunnen verklaren.

Klik hier voor de MRI folder.

Neuropsychologisch onderzoek (NPO)

Dit is een onderzoek naar uw geheugen, de aandacht en andere hersenfuncties, zoals taal, tempo, overzicht en planningsvaardigheden. Gedurende dit onderzoek voert u allerlei opdrachten uit en lost u problemen op. Tijdens de testen wordt rekening gehouden met uw tempo en wordt zo nodig gepauzeerd. Dit onderzoek duurt ongeveer anderhalf tot twee uur.

Lumbaalpunctie

Een ruggenprik (lumbaalpunctie) wordt niet standaard gedaan, maar kan indien noodzakelijk uitgevoerd worden. Een ruggenprik is een onderzoek waarbij een hele kleine hoeveelheid hersenvocht (liquor) wordt weggehaald. Het onderzoek van het hersenvocht kan informatie geven over aandoeningen van de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwwortels. De ruggenprik wordt verricht ter hoogte van het onderste gedeelte van de wervelkolom .In het gedeelte waar geprikt wordt bevindt zich geen ruggenmerg, alleen hersenvocht. Er bestaat dus geen gevaar voor beschadiging van het ruggenmerg. Zo nodig zullen er nog extra onderzoeken plaatsvinden zoals een hersenfilmpje (EEG) of een nucleaire scan (PET-scan).

Behandeling

Nadat alle onderzoeken zijn afgerond krijgt u de diagnose. Dit is in sommige gevallen direct tijdens de eerste afspraak maar in andere gevallen is dit bij een latere afspraak na aanvullend onderzoek of een multidisciplinair overleg. Tijdens het uitslaggesprek wordt de diagnose besproken en krijgt u advies en voorlichting. Dit heeft vaak betrekking op een zorgadvies en soms op (medicamenteuze) behandeling.

Medicatie

De ziekte van Alzheimer is niet te genezen, maar we kunnen het proces wel proberen te vertragen met medicijnen. Afhankelijk van de wensen van patiënt en de eventueel bijkomende lichamelijke problemen kan behandeling gestart worden met medicijnen (rivastigmine, galantamine en memantine). Als hiervoor wordt gekozen wordt dit opgestart door neuroloog/internist-ouderengeneeskunde. Deze evalueert samen met de patiënt en familie het effect van de medicijnen en controleert ook de bijwerkingen. Eventueel kan later de behandeling overgedragen worden aan de huisarts. Bij ernstige gedragsveranderingen of stemmingsstoornissen kunnen medicijnen worden voorgeschreven.

Leefstijladviezen

Het is aan te bevelen om mentaal en lichamelijk actief te blijven en te zorgen voor een goede lichamelijke conditie en gezonde voeding.

Zorgadvies

Afhankelijk van het onderzoek kan het zijn dat er veel vragen zijn omtrent uw ziekte, de gevolgen daarvan en de zorgen voor de toekomst. We brengen de zorgbehoefte in kaart en geven hierover advies aan de huisarts. Ook verwijzen we patiënten vaak naar een casemanager dementie.

Waar bent u naar op zoek?