Voor wie is hartrevalidatie

De behandelstappen

Wat is hartrevalidatie?

Voor wie?

Hartrevalidatie op maat

Het programma: 3 modules

Meer informatie en contact

Hartrevalidatie is een programma van mst-thorax-centrum-twente

Hartrevalidatie is bedoeld voor iedereen met een hartaandoening of recent een hartoperatie. Bent u bij de cardioloog of huisarts onder behandeling voor hartproblemen? U heeft van uw (bedrijfs)arts een verwijzing nodig voor het hartrevalidatieprogramma. Een van de verpleegkundig coördinatoren zal na de doorverwijzing van de cardioloog het hartrevalidatietraject uitleggen en u inplannen.

Dit zijn hartaandoeningen waarbij hartrevalidatie wordt geadviseerd.

Hartstilstand

Bij een hartstilstand (cardiac arrest) stopt het hart met kloppen en daardoor wordt de zuurstoftoevoer naar alle organen en de hersenen afgesloten. Hierdoor kan een patiënt in coma raken, ernstige hersenbeschadiging oplopen en zelfs overlijden. Door snel medisch ingrijpen (maar ook spontaan) kan het hartritme weer op gang worden gebracht. Meestal zal een arts hiervoor gebruik maken van hartmassage, mond-op-mond beademing of het toedienen van een elektrische schok. Hoe erg de gevolgen zijn van een hartstilstand, heeft te maken met hoe lang de stilstand duurt. Schade aan organen of aan de hersenen kan permanent zijn, maar ook tijdelijk. Patiënten die een hartstilstand hebben meegemaakt hebben later vaak last van verwerkingsproblemen en angst. Hartrevalidatie kan hierin veel betekenen.

Hartinfarct

Bij een hartaanval, ook wel myocardinfarct genoemd, raakt de bloedtoevoer naar het hart afgesloten. Dit is het gevolg van een acute afsluiting in de kransslagader door een stolsel (bloedprop). Deze ontstaat als gevolg van aderverkalking. Aderverkalking is een verouderingsziekte van de slagaders in het lichaam waarbij ontstekingscellen, vet en kalk zich ophopen in de wand van de bloedvaten. Bij een hartinfarct raakt een deel van de hartspier beschadigd. Meestal treedt er later wel herstel op van de hartfunctie. Door een hartrevalidatietraject kan dit herstel worden bevorderd.

Hartfalen

Bij hartfalen (decompensatio cordis) is de bloedsomloop verminderd. Er wordt onvoldoende bloed rondgepompt waardoor klachten ontstaan zoals vermoeidheid, kortademigheid en het vasthouden van vocht. Hartfalen is meestal een chronische aandoening. De oorzaak van een verminderde hartfunctie is vaak een hartinfarct, maar hartfalen kan ook veroorzaakt worden door een aangeboren hartspierziekte of hartritmestoornis. Met een hartrevalidatieprogramma proberen we om de verzwakte hartspier (en het gehele lichaam) te trainen zodat het uithoudingsvermogen en zelfvertrouwen verbeteren.

Dotterbehandeling

Bij een dotterbehandeling (Percutane Transluminale Coronaire Angioplastiek; PTCA) wordt onder plaatselijke verdoving een hol slangetje (katheter) in de bloedbaan ingebracht via de slagader in de lies of pols. Deze katheter wordt opgevoerd tot net boven het hart waar de kransslagaders ontspringen. Er wordt contrastvloeistof ingespoten om de kransslagaders te kunnen filmen. Door deze katheter kan vervolgens een ballon worden ingebracht om op de plaats van de vernauwing een ballonnetje op te blazen. Hierna wordt een metalen veertje geplaatst (stent). De stent zorgt ervoor dat de kransslagader open blijft. Als de behandeling klaar is, wordt de katheter uit de slagader verwijderd.

Bypass operatie (CABG of omleidingen)

Een bypassoperatie is een openhartoperatie. Hierbij opent de chirurg het borstbeen zodat het hart vrij komt te liggen. Zo kan de chirurg de kransslagaders goed bereiken. Bij deze ingreep wordt een omleiding (bypass) gemaakt langs de vernauwing. Dat gebeurt met een (slag)ader uit het eigen lichaam die de patiënt kan missen. De vernauwing in de kransslagader blijft bestaan, maar na de operatie kan er via de omleiding weer voldoende bloed naar de hartspier stromen. In MST vinden de meeste bypassoperaties plaats zonder hart-longmachine.

Hartklepoperatie

Hartklepaandoeningen zijn aandoeningen waarbij de hartkleppen niet goed sluiten of opengaan. Hierdoor moet het hart harder werken om voldoende bloed rond te pompen. Ook kan het ervoor zorgen dat het bloed niet in de goede richting door het hart stroomt. Bij een lekkende of vernauwde hartklep is het soms nodig om deze tijdens een hartklepoperatie te vervangen of repareren. Dit kan gebeuren via een openhartoperatie.

Ablatie (hartritme-behandeling)

Bij hartritmestoornissen is de elektrische aansturing van het hart verstoord. Er ontstaan prikkels op verkeerde plaatsen of ze volgen een verkeerde route over het hart. Bij een ablatie beschadigt de arts het hartweefsel juist op die plaatsen. De littekens die ontstaan, blokkeren de voorgeleiding van elektrische prikkels. Een veelgebruikte techniek is de katheterablatie. Bij een katheterablatie gebruikt de arts een katheter om beschadigingen in het hartweefsel aan te brengen. Dit is een dun slangetje met daarin een draad. Hartrevalidatie kan geadviseerd worden als patiënten te langzaam herstellen of angstig zijn om zich in te spannen.

ICD (inwendige defibrillator)

Een ICD is een apparaatje dat ingrijpt bij gevaarlijke hartritmestoornissen. Het geeft een schok om het normale hartritme te herstellen. Hiermee voorkom je een hartstilstand. Een ICD bestaat uit 2 delen: het kastje en de elektrode(n) die voor de signalen van en naar het hart zorgen. Een hartpatiënt krijgt een ICD als er een gevaarlijke hartritmestoornis is vastgesteld, zoals kamertachycardie en ventrikelfibrilleren. Of als iemand een verhoogd risico loopt op een gevaarlijke ritmestoornis of hartstilstand.

mst-thorax

Waar bent u naar op zoek?