Voor ic-verpleegkundigen Wim Addink en Rick Spanjer waren de afgelopen maanden druk en hectisch, maar ook bijzonder. ‘We zijn trots op hoe we samen deze coronaperiode doorstaan hebben.’

Wim en Rick verpleegden de afgelopen periode veel coronapatiënten op de intensive care (ic), ook uit het zuiden van het land. De ziekte heeft veel indruk op ze gemaakt. ‘We hebben grote, sterke mannen gezien die letterlijk nog geen vinger konden optillen.’

Je ziet elkaar niet

Normaal gesproken zijn er op de ic’s dag en nacht familieleden te vinden die hun geliefden op de afdeling bijstaan. Maar al snel na de corona-uitbraak mochten bezoekers uit veiligheidsoogpunt beperkt langskomen, slechts één keer per week. Beeldbellen was het enige alternatief. Wim en Rick hebben veel familieleden via de iPad gesproken. ‘Omdat de iPad vaak op de patiënt gericht was en je elkaars lichaamstaal niet kunt zien, was dat soms lastig communiceren.’

Rick Spanjer en Wim Addink breed
Rick Spanjer (links) en Wim Addink (rechts)

Alles samen

Wim beheert binnen de ic’s en de ok’s het Patiënten Data Management Systeem (PDMS), maar in de afgelopen coronamaanden was hij veel meer bezig met de technische opschaling. ‘Beademingsmachines, infusen, koppelingen. Alles waar een stekker aanzat was voor Wim!’, vertelt collega Rick. Wim zegt direct dat hij dit niet alleen heeft gedaan. Samen. Daar draaide het om in coronatijd.

Hulp uit alle hoeken

‘In de periode dat alles op de kop stond en het aantal mensen op de ic’s fors werd opgeschaald, ben ik planner geworden’, vertelt Rick. ‘Toen bleek dat we het met eigen personeel niet zouden redden, zijn we op zoek gegaan naar goede mensen met een zorgachtergrond die ons zouden kunnen helpen. We kregen veel aanbod van oud-verpleegkundigen, ook van de ambulancedienst. Samen met HRM zochten we daarnaast actief naar goede verpleegkundigen. Voor de vijf ic’s hebben we tijdelijk tussen de 100 en 150 man extra personeel aangesteld. Ze hadden allemaal mijn telefoonnummer op zak. Ze konden me bellen met vragen of in situaties waarin ze zich onzeker voelden.’ In hun werk hebben ze geprobeerd de anderhalve meter maatregel zo goed mogelijk toe te passen. ‘Maar de tanden van een patiënt poetsen kan ik niet op anderhalve meter. Daar moeten we reëel in zijn’, geeft Wim aan.

Doorgeefluik

Zonder anderen tekort te willen doen onderstrepen ze het grote belang van twee buitenbuddy’s op de cohort-afdeling. ‘Deze verpleegkundigen waren tijdens de crisis echt onze maatjes. Wij werkten in onze speciale pakken op de ic, aan de Covid-kant. Achter een afscheiding stonden, aan de schone kant, continue twee verpleegkundigen voor ons klaar. Alles wat wij nodig hadden, medicijnen of materialen, werd door hen via een ‘Chinees doorgeefluik’ aangereikt. Dat werkte ontzettend goed! Ze maakten zelfs de medicatie voor de nacht alvast klaar, zodat wij door konden werken.’

Samenwerking

Wim en Rick hebben ervaren dat binnen een week na de corona-uitbraak iedereen de neuzen dezelfde kant op had staan. Wim: ‘Niet alleen in MST hoor, waar de lijntjes tussen verschillende afdelingen veel korter dan normaal waren, maar ook buiten het ziekenhuis. De ambulancedienst had geen beademingsapparatuur op de auto en belde naar MST. Hebben jullie apparatuur voor ons? Het was heel snel geregeld.’

Adrenaline

De twee draaiden de afgelopen tijd puur op adrenaline. ‘Dat is natuurlijk niet nieuw voor ons’, vertelt Wim. ‘We werken in de acute zorg en kunnen goed met stresssituaties omgaan. Maar het was wél lang. Toen we in mei teruggingen van vijf naar drie ic’s, liep de adrenaline weg en voelde ik me ineens erg moe.’ Rick knikt instemmend. ‘Dat herken ik. Net als denk ik iedereen in de zorg. Ik ben daar trots op. We hebben het samen gedaan en heel goed op elkaar gelet.’

Saamhorigheid

Beiden geven ze aan dat de drukke periode ook meerwaarde had. ‘De ic en de ok zijn normaal gescheiden werelden. We kijken eigenlijk nooit in elkaars keuken. Nu wel. En dat versterkt het saamhorigheidsgevoel.’

Tijd voor jezelf

Toen het weer wat rustiger aan het front werd, pakte Wim de mountainbike uit de schuur, ging onkruid wieden in de moestuin van z’n dochter en maakte ’s avonds (nou, vooruit… ook soms ’s nachts) een legpuzzel van 1000 stukjes. Rick zocht ontspanning in z’n tuin en is blij dat er weer meer ruimte is voor het sociale leven. ‘Hard nodig, horen we ook van alle collega’s’.

Bron: 112 Netwerk

Lees meer verhalen over corona

Waar bent u naar op zoek?