Zelfcontrole

Met zelfcontrole wordt bedoeld het zelfstandig bepalen van de hoeveelheid glucose in het bloed met behulp van een bloedglucosemeter en teststrips. De uitslag dient genoteerd te worden in een diabetesdagboek.

Meten = weten !

Materialen voor zelfcontrole worden vrijwel altijd vergoed door de ziektekostenverzekeraar.
Gebruik altijd schone materialen, dus ook een nieuw naaldje in de prikpen. Het is belangrijk je handen te wassen voor je gaat controleren.

Afspraken op welke momenten de bloedglucose getest moet worden, worden gemaakt in overleg met het diabetesteam. Er zijn veel momenten waarop gemeten kan worden.

  • voor het ontbijt, de lunch en het avond eten
  • 90 minuten na ontbijt, lunch of avond eten
  • voor het slapen
  • ’s nachts
  • bij hypo/hyper symptomen of niet lekker voelen
  • bij sport

Als een kind hoog zit met de bloedsuiker voor de maaltijd, kun je minder koolhydraten geven dan voor dat moment normaal zijn of je kunt extra (kortwerkende) insuline spuiten als hierover afspraken zijn gemaakt met het behandelteam.

Als een kind laag zit met de bloedsuiker voor de maaltijd, geef dan eerst dextro of ranja en laat het kind daarna de gewone maaltijd eten. Als een kind voor de maaltijd moet spuiten, wacht dan even met spuiten, mogelijk moet het kind minder spuiten of dezelfde hoeveelheid pas na de maaltijd hebben

Waar bent u naar op zoek?