Hoe gaat de operatie in zijn werk?

    

De ingreep vindt plaats onder volledige narcose. De anesthesioloog informeert u op een ander moment over de bijzonderheden en de risico’s van de narcose.

Gewoonlijk wordt het hoofdhaar (gedeeltelijk) afgeschoren. De huidsnede wordt ofwel achter de haargrens op het voorhoofd gemaakt of heel soms boven het oor. Door een boorgaatje van 4-10mm brengt de arts daarna een siliconen slangetje (ventrikelkatheter) aan de zijkant van één van de hersenkamers, die links en rechts in de hersenen liggen, in. Onder de hoofdhuid leidt hij het siliconen slangetje tot achter het oor en sluit het vaak op deze plek aan op een ventiel. Daarbij kan het nodig zijn om meerdere kleine huidsneden te maken langs het traject van de katheter. Bij het boorgaatje, langs het traject van de katheter of op het ventiel kan zich nog een klein reservoir bevinden, dat later door de huid heen kan worden aangeprikt. Bepalend voor de verdere procedure is of er een afvoer naar de hartboezem of naar de buikholte wordt gemaakt.

Bij u kind wordt de volgende behandeling uitgevoerd.

  • Afvoer van hersenvocht naar de buikholte (ventriculoperitoneale shunt)Vanaf het ventiel wordt het slangetje dat de liquor afvoert via onderhuidse tunneling in de buikholte geschoven. Dit kan door een kleine huidsnede te maken, meestal in de buurt van de navel, waar de katheter onder de huid door naar toe getrokken wordt (afb.) Na opening van de buikwand en het buikvlies brengt de arts de katheter in de buikholte in. Het buikvlies neemt het hersenvocht op. Het inbrengen van de katheter in de buikholte kan ook met minimaal-invasieve chirurgie door middel van laparoscopie worden uitgevoerd.
  • Afvoer van hersenvocht naar de rechter hartboezem (ventriculocardiale shunt)
    Aan de zijkant van de hals onder de kaakhoek wordt een huidsnede van 2-4 cm lengte gemaakt om een geschikte ader te vinden. Via deze ader wordt onder röntgencontrole een katheter tot in de hartboezem opgeschoven (afb.) – net als bij een infuus. Het andere einde van de katheter wordt onderhuids op het ventiel aangesloten, zodat de liquor kan worden afgevoerd. Ter ontlasting van de hersenkamers wordt het hersenvocht dus naar de eigen bloedbaan afgeleid, net als bij een infuus.

Heel sporadisch kan het tijdens de ingreep om operatietechnische redenen nodig zijn om over te schakelen op de andere methode om de liquor af te voeren. Dit geldt vooral wanneer de ingreep herhaald moet worden. Vaak is er dan geen andere keuze mogelijk en kan de operatie niet worden onderbroken om u dit nader toe te lichten. Voor het geval het nodig is vragen wij u op voorhand al om instemming om de noodzakelijke maatregelen te kunnen treffen

Waar bent u naar op zoek?