Onderzoeken van de buikvaten

Er zijn verschillende onderzoeken die gedaan kunnen worden om de doorgankelijkheid van de bloedvaten te meten. De arts zal bepalen welke onderzoeken voor u geschikt zijn.

Echo-duplex

Een duplex-onderzoek is een combinatie van echografie en kleurendoppler. Bij een echografie wordt gebruik gemaakt van hoogfrequente geluidsgolven. Een kleurendoppler meet de stroomsnelheid van het bloed. Slagaders worden beoordeeld op hun doorgankelijkheid en er kunnen vernauwingen of afsluitingen opgespoord worden. Bij vernauwingen wordt het bloed met hoge snelheid door het vernauwde vat geperst. De stroomsnelheid is dus verhoogd bij een vernauwing. Er blijkt een goede relatie tussen stroomsnelheid en ernst van vernauwing.

De duplex is een uitstekend eerste onderzoek. Als er vernauwingen worden vermoed, dan moet er meestal nog aanvullend een CT scan volgen om het verloop en vernauwing van de vaten gedetailleerd vast te leggen. Verder is de duplex het onderzoek van eerste keus in de follow-up van vernauwingen, of na ingrepen. Het geeft geen röntgen stralenbelasting en is verder zonder risico’s.

Aandachtspunten

omdat eten de meting beïnvloedt mag 6 uur voor het onderzoek niets worden gegeten of gedronken. Als er toch is gegeten of gedronken is het duplex onderzoek niet betrouwbaar. Tijdens het duplex-onderzoek van de darmslagaders wordt op de buikhuid een gel-achtige vloeistof aangebracht en vervolgens wordt er met een transducer, een apparaat dat geluidsgolven uitzendt en weer ontvangt, over de huid van de buik bewogen. Tijdens het onderzoek wordt u gevraagd diep in of uit te ademen. Bij ongeveer 8 op de 10 patiënten zijn met de duplex de instroom van de darmslagaderen goed te beoordelen. De verkregen beelden worden fotografisch vastgelegd. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten

CT angiografie (CTA)

Bij de CTA wordt met een CT scan speciale beelden gemaakt van de bloedvaten. De CT scanner (Computer Tomograaf) is een groot apparaat met een ronde opening waarin een onderzoekstafel heen en weer kan schuiven. Tijdens het onderzoek schuift de patiënt door de opening. In de scanner zit een röntgenbuis die snel ronddraait en zo een 3-dimensionale röntgenfoto maakt. Zo kunnen we van alle kanten naar de weefsels en organen kijken. U merkt daar verder niets van. Tijdens het onderzoek wordt via een ader in uw arm een röntgencontrastmiddel toegediend. Dit contrastmiddel bevat jodiumhoudende stoffen die de eigenschap hebben bloedvaten en organen beter zichtbaar te maken. Dit onderzoek duurt slechts enkele minuten.

Aandachtspunten

Als u overgevoelig bent voor contrast moet u dit direct melden.

MRI met MRA

Magnetic resonance imaging (MRI) of magnetic resonance angiografie maakt van een sterke magneet in een buis (vergelijkbaar met de CT scan). Het grote voordeel van de MRI is dat geen gebruik maakt van röntgenstralen. Met een MRI kunnen met name weke delen (spieren, organen, vaten) goed zichtbaar worden gemaakt. Het onderzoek duurt meestal rond 20 minuten. Als er ook een onderzoek na het eten van een proefmaaltijd wordt gedaan kan het meer dan twee uur duren.

Aandachtspunten

Het onderzoek wordt uitgevoerd in een kleine ruimte, wat door sommige patiënten als belastend wordt ervaren (claustrofobie).
Verder maakt het MRI apparaat veel herrie.

Angiografie (DSA)

Angiografie is het in kaart brengen van de bloedvaten door het toedienen van röntgencontrastmiddel en het tegelijkertijd bekijken van de bloedvaten met röntgenopnamen. De overige weefsels worden met deze techniek niet bekeken.

Therapeutische angiografie

Vaak wordt de angiografie gebruikt als middel om een vaatbehandeling uit te voeren. Het kan dan gaan om een Dotter procedure of stentplaatsing. Bij een Dotter procedure (term: percutane transluminale angioplastiek, PTA) wordt met een ballonnetje de vaatvernauwing opgerekt. Bij stentplaatsing (term: percutane transluminale angioplastiek en stentplaatsing) wordt metalen stent in de vaatvernauwing gebracht om deze open te maken en te houden.

Angiografie bij acute ischemie

Normaal willen we alle gegevens (verhaal van klachten, vaatafbeelding en ischemie-functietests) samen bespreken. U wordt daarna in alle rust geïnformeerd over de keuzes en overwegingen. Als er echter grote haast is, met name wanneer er aanwijzingen zijn dat de darm kan afsterven is daarvoor geen tijd. Dan zal, steeds in overleg tussen de interventieradioloog en de vaatchirurg, direct een behandeling worden voorgesteld en daarna uitgevoerd (dotter en/of stent of operatie).

Waar bent u naar op zoek?