Chirurgische behandeling
Een operatie is vrijwel altijd een onderdeel van het behandelplan. Een operatie duurt, afhankelijk van het soort ingreep, gemiddeld 1 uur en vindt altijd plaats onder algehele narcose. In het geval van borstkanker betekent een operatie een borstsparende operatie of een volledige verwijdering van de borst. De chirurg en/of verpleegkundig specialist bespreekt met u de mogelijkheden. Deze zijn afhankelijk van verschillende factoren.
Als borstkanker uitzaait, gebeurt dit vrijwel altijd eerst naar de lymfeklieren in de oksel, ook wel okselklieren genoemd. Voor de keuze van de behandeling van de borstkanker willen we graag weten of de ziekte zich heeft beperkt tot de borst of dat er sprake is van een uitzaaiing naar de okselklieren. Dit doen we met het schildwachtklieronderzoek.
- Borstsparende operatie
- Borstverwijdering
- Schildwachtklieronderzoek
- Okselkliertoilet
- MARI procedure
- Borstreconstructie
Borstsparende operatie (lumpectomie)
Bij een borstsparende operatie blijft de borst intact, maar wordt de tumor met een ruime marge weefsel rondom de tumor verwijderd. Na de operatie kan de borst van vorm en/of in volume veranderd zijn.
Als de tumor niet te voelen is, wordt voor de operatie een lokalisatiedraadje ingebracht, zodat de chirurg weet op welke plek in de borst de tumor zich bevindt. Als de tumor wel te voelen is, is het inbrengen van een lokalisatiedraadje niet nodig.
Na een borstsparende operatie volgt bijna altijd radiotherapie. Soms is de afwijking in de borst niet voelbaar. De chirurg heeft dan een hulpmiddel nodig om de exacte plaats van de afwijking te bepalen. Hiertoe wordt door de radioloog voor de operatie een RFID (radiofrequency indentification) geplaatst in de afwijking. Dit gebeurt met behulp van een echografie op de radiologie-afdeling, enkele dagen tot weken voor de operatie. Deze RFID zendt radiogolven uit, die met een speciaal apparaat kunnen worden opgevangen (de LOCalizer). De chirurg kan op de operatiekamer zo de locatie van de afwijking zeer nauwkeurig bepalen en de afwijking verwijderen. In bepaalde gevallen wordt een lokalisatiedraad gebruikt in plaats van een RFID. De specialist of verpleegkundige zal dit met u bespreken. Het doel hiervan is om eventuele achtergebleven tumorcellen in het borstklierweefsel te vernietigen. Het is belangrijk te weten dat een borstsparende operatie, in combinatie met de radiotherapie nadien, even veilig is als een volledige verwijdering van de borst.
Borstverwijderende operatie
Als een borstsparende operatie niet mogelijk is of wanneer u hier zelf vanaf ziet, kan een volledige borstverwijderende operatie plaatsvinden. Hierbij wordt al het borstklierweefsel verwijderd. Dit is een ingrijpende operatie. Soms is het mogelijk en wenselijk in dezelfde operatie een prothese te plaatsen of een borst te reconstrueren. Lees hier verder over de behandeling ‘Borstreconstructie’.
Schildwachtklieronderzoek (sentinel node)
Bij een schildwachtklierprocedure wordt de eerste lymfeklier opgespoord die via een lymfevat rechtstreeks in verbinding staat met de tumor. Dit is de eerste klier waarnaar de tumor kan uitzaaien. Meestal bevindt deze klier zich in de oksel en een enkele keer naast het borstbeen. Soms gaat het om enkele klieren.
Pas als de klier is verwijderd, kan door de patholoog worden vastgesteld of er sprake is van een uitzaaiing. Meestal vindt deze procedure plaats tijdens de operatie aan de borst.
Als er geen uitzaaiingen worden gevonden, hoeven de overige lymfeklieren niet verwijderd te worden. Als deze wel gevonden worden, dan zal besproken worden of er radiotherapie op de oksel zal volgen of dat er een tweede operatie gepland wordt waarbij alle lymfeklieren in de oksel worden verwijderd. In het multidisciplinaire team wordt altijd besproken welke behandeling het meest geschikt is.
Okselkliertoilet (okselklierdissectie)
Er kan voor okselklierverwijdering worden gekozen als een uitzaaiing is aangetoond in één of meerdere okselklieren. Bij een okselklierverwijdering (ook wel okselkliertoilet genoemd), worden alle lymfeklieren in de oksel operatief verwijderd. Na de operatie kunnen de volgende complicaties optreden:
- verminderd gevoel aan de onderzijde van de arm en aan de zijkant van de romp;
- verhoogde gevoeligheid voor infecties aan de arm;
- bewegingsbeperking van de schouder;
- vochtophoping in de arm (lymfoedeem).
Soms wordt er gekozen voor radiotherapie van de oksel in plaats van een okselkliertoilet. De specialist bespreekt met u welke behandeling in uw situatie het meest geschikt is.
MARI procedure
In bepaalde gevallen kan worden gekozen voor de MARI procedure. Dit houdt in dat als er bij diagnose sprake is van maximaal drie lymfeklieruitzaaiingen, één van deze lymfeklieren gemarkeerd wordt. Is deze gemarkeerde lymfeklier na chemotherapie schoon, dan is er wat betreft de okselklieren geen aanvullende lokale behandeling nodig.
Borstreconstructie
Als u (mogelijk) erfelijk belast bent en/of een operatie voor borstkanker moet ondergaan waarbij de gehele borst verwijderd wordt, kan het zijn dat u een borstreconstructie overweegt. Een gereconstrueerde borst is nooit hetzelfde als uw eigen borst. Het gevoel in borst of tepel verandert en het kan zijn dat de borst gevoelloos wordt. Een reconstructie kan in veel gevallen al uitgevoerd worden tijdens de operatie waarbij de borst verwijderd wordt (directe borstreconstructie), maar ook op een later tijdstip (uitgestelde borstreconstructie).
Of een borstreconstructie bij u mogelijk is, is afhankelijk van een aantal factoren.
- uw gezondheid;
- (niet) roken;
- of u bestraald wordt of in het verleden bestraald bent;
- uw persoonlijke voorkeur.
De specialist zal dit met u bespreken en u voor uitgebreide informatie verwijzen naar de plastisch chirurg.
Directe borstreconstructie
Een huidsparende directe reconstructie wordt door de chirurg oncoloog samen met de plastisch chirurg uitgevoerd. Hierbij wordt het borstklierweefsel door de chirurg verwijderd. De huid wordt zoveel mogelijk gespaard. De plastische chirurg plaatst een expander (ballonnetje) onder de borstspier om deze op te rekken. Nadat de spier voldoende is opgerekt, wordt in een tweede operatie de nieuwe borst gereconstrueerd, middels een siliconenprothese of eigen weefsel. Het oprekken van de spier duurt vaak enkele maanden.
Een directe reconstructie levert vaak een beter cosmetisch resultaat op dan een uitgestelde reconstructie. Dat komt onder andere doordat de chirurg bij een directe reconstructie meer huid overhoudt, waardoor er tegelijkertijd gewerkt kan worden aan een oplossing om de borst te herstellen.
Uitgestelde borstreconstructie
Wanneer u voor een uitgestelde borstreconstructie kiest, kan dit in de meeste gevallen 1 à 2 jaar na het verwijderen van de borst en eventueel aanvullende behandeling. De huid heeft dan voldoende tijd om te herstellen. U wordt verwezen naar de plastische chirurg om de mogelijkheden te bespreken.