Tongkanker

Tongkanker komt voor aan de tongpunt, tongrand, tongrug en de tongwortel (tezamen het mobiele deel van de tong). Kanker van de tongbasis valt onder orofarynxkanker. Gezwellen die in de mondbodem ontstaan, groeien nogal eens in de tongwortel door en veroorzaken zo (na verloop van tijd) mobiliteitsverlies van de tong.

Voorkomen

In Nederland is ongeveer een derde van het totale aantal mondholtecarcinomen gelokaliseerd in de tong, een derde in de mondbodem en de rest verdeeld over de andere lokalisaties in mond en keelholte. De voorkeurslokalisatie van het tongcarcinoom is de zijrand van de mobiele tong; carcinomen van de tongrug zijn uitermate zeldzaam.

Bij tongkanker is bijna altijd is sprake van een plaveiselcelcarcinoom. Het kan uitgroeien naar de spieren van de tong, de tongbasis, de mondbodem en de onderkaak. Uitzaaiing via de lymfklieren treedt in meer dan de helft van de gevallen op. De grootte van de primaire tumor, de groeiwijze en de lokalisatie zijn daarvoor de belangrijkste bepalende factoren. Uitzaaiing naar elders in het lichaam komt weinig voor en wordt pas relatief laat in het beloop van het ziekteproces gezien (long, lever, skelet).

Symptomen en klachten van tongkanker

De meest voorkomende symptomen en klachten van tongkanker zijn:

  • Een voelbare zwelling of zweer;
  • Pijn aan de tong;
  • Witte of rode verkleuring op de tong;
  • Pijn uitstralend naar hals, de kaak of oor;
  • Een zwelling in de hals;
  • Moeite of pijn bij het slikken.

Onderzoek

Naast “gewoon” lichamelijk MRI of CT, zonodig aangevuld met tandfilms, OPT en technetiumscan, van belang voor het vaststellen van de uitbreiding van de primaire tumor, terwijl de hals altijd wordt onderzocht met behulp van echografie en zonodig punctie. Een röntgenfoto van de borstkas (X-thorax), en bij grote tumoren of grote halskliermetastasen een CT-scan, wordt uitgevoerd om uitzaaiingen op afstand uit te sluiten en ook om soms bestaande tweede primaire tumoren op te sporen. De definitieve diagnose wordt door histologisch onderzoek verkregen (biopsie).

Endoscopie en onderzoek van keel, neus, slokdarm en maag zijn gebruikelijk in het kader van onderzoek naar het mogelijk bestaan van van een tweede gezwel. Vervolgens onderzoek van het bloed en een PET-scan (voor onderzoek naar eventuele andere gezwellen of uizaaiingen).

Behandeling

De meest toegepaste behandeling voor het tongcarcinoom is chirurgie, met nadien radiotherapie als daar aanleiding voor bestaat. Als van chirurgie met radiotherapie echter problemen met slikken of spreken worden verwacht, komt radiotherapie als primaire behandeling in aanmerking, eventueel aangevuld met chemotherapie. Bij grotere gezwellen zal meestal voor een combinatie van chirurgie en radiotherapie van de primaire tumor (en hals) worden gekozen.

Waar bent u naar op zoek?