De ziekte van Parkinson
Gestoorde motoriek
De ziekte van Parkinson presenteert zich meestal met moeite met het bewegen. Mensen worden trager, gaan sloffen bij het lopen, krijgen moeite met omdraaien en met de fijne motoriek (bijv. schrijven, knoopjes vastmaken). Vaak verandert ook de stem (zachter, binnensmonds) en de gelaatsuitdrukking (“maskergelaat”). Daarbij hebben veel mensen last van stijve spieren en bevende handen. Later in de ziekte kunnen ook problemen met de balans ontstaan, waardoor mensen het gevaar lopen te vallen.
Andere symptomen
Behalve de gestoorde motoriek kunnen bij de ziekte van Parkinson ook andere verschijnselen optreden. Deze verschijnselen zijn deels het gevolg van het tekort aan dopamine, maar worden deels ook veroorzaakt door stoornissen in andere hersengebieden. Voorbeelden zijn verminderde reuk, overmatige speekselvloed, slaapstoornissen, moeite met het geheugen, concentratiestoornissen en somberheid. Ook kunnen stoornissen optreden in het autonome zenuwstelsel; dit zijn zenuwbanen die onder andere verantwoordelijk zijn voor de regulatie van de bloeddruk, het hartritme, de blaaslediging en de motoriek van maag en darmen. Stoornissen van het autonome zenuwstelsel kunnen zich uiten in verminderde blaascontrole, erectiestoornissen, obstipatie en moeite met de bloeddrukregeling (bloeddrukdaling bij staan, waardoor mensen duizelig worden). Gelukkig treden deze verschijnselen lang niet bij alle patiënten op.
Behandeling
Hoewel er geen medicijnen zijn waarmee we de ziekte van Parkinson kunnen genezen of stopzetten, zijn er tegenwoordig wel veel mogelijkheden om de ziekteverschijnselen te verminderen.
De Parkison Pandemie: een minicollege Parkinson van Bart Bloem.