De ziekte van Parkinson

De ziekte van Parkinson is de meest voorkomende bewegingsstoornis. In Nederland zijn er naar schatting 40.000 mensen met de ziekte van Parkinson. De ziekte ontstaat meestal op oudere leeftijd, maar kan ook bij jonge mensen optreden (denk bijvoorbeeld aan Michael J. Fox). Bij mensen met de ziekte van Parkinson sterven hersencellen in een klein gebied van de hersenen af, de substantia nigra (=“zwarte substantie”) in de hersenstam. Waarom deze hersencellen afsterven is niet bekend. De cellen in de substantia nigra maken het stofje dopamine. Dopamine is een boodschapperstof die belangrijk is voor de communicatie tussen verschillende hersengebieden. Bij een tekort aan dopamine raken allerlei hersenfuncties verstoord; je zou dopamine wel kunnen zien als de smeerolie van de hersenen. Het tekort aan dopamine is verantwoordelijk voor veel – maar niet alle – verschijnselen van de ziekte van Parkinson. Behalve het tekort aan dopamine raken ook andere systemen in de hersenen verstoord. Hierdoor ontstaat een combinatie van een gestoorde motoriek en andere symptomen.

Gestoorde motoriek
De ziekte van Parkinson presenteert zich meestal met moeite met het bewegen. Mensen worden trager, gaan sloffen bij het lopen, krijgen moeite met omdraaien en met de fijne motoriek (bijv. schrijven, knoopjes vastmaken). Vaak verandert ook de stem (zachter, binnensmonds) en de gelaatsuitdrukking (“maskergelaat”). Daarbij hebben veel mensen last van stijve spieren en bevende handen. Later in de ziekte kunnen ook problemen met de balans ontstaan, waardoor mensen het gevaar lopen te vallen.

Andere symptomen
Behalve de gestoorde motoriek kunnen bij de ziekte van Parkinson ook andere verschijnselen optreden. Deze verschijnselen zijn deels het gevolg van het tekort aan dopamine, maar worden deels ook veroorzaakt door stoornissen in andere hersengebieden. Voorbeelden zijn verminderde reuk, overmatige speekselvloed, slaapstoornissen, moeite met het geheugen, concentratiestoornissen en somberheid. Ook kunnen stoornissen optreden in het autonome zenuwstelsel; dit zijn zenuwbanen die onder andere verantwoordelijk zijn voor de regulatie van de bloeddruk, het hartritme, de blaaslediging en de motoriek van maag en darmen. Stoornissen van het autonome zenuwstelsel kunnen zich uiten in verminderde blaascontrole, erectiestoornissen, obstipatie en moeite met de bloeddrukregeling (bloeddrukdaling bij staan, waardoor mensen duizelig worden). Gelukkig treden deze verschijnselen lang niet bij alle patiënten op.

Behandeling
Hoewel er geen medicijnen zijn waarmee we de ziekte van Parkinson kunnen genezen of stopzetten, zijn er tegenwoordig wel veel mogelijkheden om de ziekteverschijnselen te verminderen.

De Parkison Pandemie: een minicollege Parkinson van Bart Bloem.

Waar bent u naar op zoek?