Kunst in de atria

Hier vertellen de kunstenaars in hun eigen woorden hoe zij tot hun kunstwerken zijn gekomen.

Hans van Bentem

‘In het ziekenhuis worden lichaam en geest verpleegd. In mijn ontwerp staat daarom de metafoor van het lichaam centraal. Het grote atrium met het geknikte raam riep gelijk een ruimtelijk gevoel op voor een vliegende figuur. En het is dan ook een hangende, uit meerdere vormen samengestelde sculptuur geworden. Het is een soort skelet dat is opgebouwd uit vormen die geïnspireerd zijn op de microbiologische wereld, maar ook doen denken aan constructieve technieken. We zien overeenkomsten met bouwconstructies, chassis van vervoermiddelen als auto’s, vliegtuigen en schepen. Zoals het lichaam een systeem is dat uit verschillende delen bestaat, is ook dit object uit verschillende delen samengesteld. Het is een figuur met grote vleugels en een staartachtige vorm en een relatief klein lijf en kop die door het luchtruim zweeft, richting groot raam alsof het naar buiten vliegt. De kleuren zijn expressief, als een toverbal.

Voor de beschouwer zal dit beeld vele associaties kunnen oproepen. Het beeld met de titel Carriage verwondert, het prikkelt de fantasie, het doet de gedachten verzetten. Het lijkt aan de ziekenhuisomgeving te willen ontsnappen, als een luchtschip dat opstijgt en zich richt naar de buitenwereld, een reis naar andere werelden.’

Merijn Bolink

‘Omdat in het ziekenhuis alle denkbare typen mensen komen, wilde ik graag mensen in verschillende hoedanigheden laten zien, zodat ieder zijn eigen favoriet kan kiezen. Maar realistische vormgegeven mensfiguren werden veel te letterlijk. Daarom heb ik gekozen voor een serie figuren die ieder met zo min mogelijk identieke onderdelen toch een mensfiguur suggereren. Want met bijvoorbeeld achttien maiskorrels bleek ik een mensfiguur te kunnen samenstellen met voeten, benen, romp, armen, hoofd en oren. En met een karakteristieke lichaamshouding. Het is een mobile die hoog in de ruimte hangt. We zien vier platliggende wielen waarop vier figuren staan, opgebouwd uit maiskorrels, pistachenoten, de schillen daarvan en lucifers en hun doosje.

Het wiel is de tweede metafoor die ik wilde verwerken. Het wiel staat voor het levenspad, dat de patiënt naar het ziekenhuis voert. Het ziekenhuis als kruispunt van alle levenswegen van alle verschillende patiënten, bezoekers en medewerkers. Hier parkeert men tijdelijk het lichaam om daarna weer verder te kunnen bewegen. De wielen zijn liggend opgehangen, zodat ze van onderaf gezien goed zichtbaar zijn. Terwijl de figuren die erop staan of zitten pas vanaf de hoger gelegen etages tot hun recht komen. Omdat de ruimte zo enorm is, is de beleving van beneden af gezien een heel andere dan van boven. Daar heb ik gebruik van gemaakt door twee thema’s op een andere manier in de ruimte te positioneren.’

Karin van Dam

‘Voor het ziekenhuis probeerde ik mij voor te stellen hoe het is om van de ene dag op de andere in een andere leefsituatie te komen. Wat zou ik zelf het liefst willen zien als ik ziek op bed lig? Voor mij is dat de natuur, dichtbij de gewone dingen, Vanuit mijn fascinatie voor structuren en vormen van planten bestudeer ik al langere tijd zaden en planten in de Hortus Botanicus. Als je deze onder een microscoop legt komt een wonderlijke wereld tevoorschijn van bouwwerken die op een stedelijk organisme lijken. Een belangrijke structuur die steeds terugkomt in de natuur is de vijfhoek die functioneert als een repeterende bouwsteen. Zoals het roosje van de broccoli dat als klein onderdeel er precies zo uitziet als de hele groente, dat is toch fascinerend. De vijfhoek staat voor mij als symbool voor de vorm die alles van het leven in zich draagt, zowel voor het grote als het kleine. Het is een onuitputtelijke bron van inspiratie, zo ook voor MST.

Ik werk heel intuïtief vanuit het tekenen en dat heeft geleid tot een heel transparent beeld dat lijkt alsof het vanuit het platte vlak driedimensionaal is geworden. Alle elementen zijn, als je er langer naar kijkt, opvouwbaar of opklapbaar en zijn sterk en kwetsbaar tegelijk. Het smalle atrium heeft me uitgedaagd om een mobile te maken dat als een groeiend mechanisme in de ruimte hangt. Bestaande uit kegels, gekleurde wolken en pop-ups die vanuit elke hoek op een andere manier waar te nemen zijn. Het lijkt alsof het beeld, met als titel Unseen Structures, door verschillende vormen en kleuren voortdurend in beweging is.’

Ram Katzir

‘Hoe kan ik met mijn kunstwerk contact maken met patiënten en medewerkers en hoe kan ik ze verleiden tot interactie met het kunstwerk? Hoe kan ik hun aandacht vangen op een plek waar iedereen het liefst zo snel mogelijk weer vertrekt? lk werd geïnspireerd door de sfeer in het atrium met het vele hout en de levende boom. Het zijn warme elementen in een reusachtige witte ruimte, die ik met mijn kunstwerken wilde versterken. Ik zocht naar stimulerende elementen die naar gezondheid in plaats van ziekte verwijzen en zo associeerde ik naar de gymzaal van vroeger, die een fantastische sfeer en geur had van leer, touw en hout.

Het is een installatie geworden die het atrium transformeert in een speelse en surrealistische ruimte, die herinnert aan die ouderwetse gymzaal. Diverse elementen zoals ringen, touwladders, wandrekken en een klimtouw hangen verspreid door het atrium. De beschouwer ‘beweegt’ met zijn ogen door deze curieuze gymzaal waar niets is wat het lijkt. De afmetingen van de verschillende onderdelen steken de draak met de realiteit en de materialen lijken weliswaar op hout en touw, maar zijn het niet. Alles wat we zien is een regelrechte geschilderde illusie en speelt een spel met onze perceptie en werkelijkheid. De titel KONG verwijst naar de video-game Donkey Kong waarin een aap van ladder naar ladder springt. KONG is echter ook een routine van parkour-atleten. Parkour is een holistische loopdiscipline waarin de beoefenaars proberen hun hindernissen te slechten op een zo vloeiend mogelijke wijze. Het doel van het parkour is het verleggen van grenzen, middels een breed scala aan technieken om obstakels te overwinnen. KONG als metafoor in het MST als magische ruimte, waar perspectieven verschuiven, nieuwe ideeën weerkaatsen en de fantasie van patiënten, bezoekers en medewerkers geprikkeld wordt.’

Geert Mul

‘De halfondergrondse entree is een complexe ruimte voor een kunstwerk, omdat mensen er doorheen trekken in plaats van er te blijven staan. Het moest dus een werk worden dat juist vanuit de beweging te ervaren is en dat ondanks het korte verblijf in deze ruimte toch leesbaar is. Ik heb gekozen voor een beeld dat iedereen zal herkennen, namelijk dat van het landschap. Ik ben in verschillende seizoenen door het Twentse landschap getrokken en heb honderden foto’s gemaakt van graslanden, bloemen en heide. Van boomgroepen, vennetjes en bosranden. Van wolkenluchten tot de karakteristieke Kroezeboom op de Fleringer Es. Al dit beeldmateriaal is voor mij als verf voor een schilder. Maar ik maak gebruik van nieuwe media zoals een camera, computerbewerking en een lichtprogramma.

Het landschap voor MST lijkt op een lokaal Twents landschap, maar schijn  bedriegt. Het werk heeft de dubbelzinnige titel Natureally. Het is geen bestaande natuur, maar een geconstrueerd beeld. Het is een landschap dat op een raadselachtige manier in beweging is, waar onderdelen verschijnen en verdwijnen. Waar verschillende seizoenen te zien zijn, waar grasland plotseling een vennetje wordt, waar wolkenluchten veranderen en waar de boom in blad staat, maar ook kaal is. En waar kleur, licht en donker belangrijke elementen zijn. Net zo als in het echte leven, waar de levenscyclus voortdurend In beweging is.’

Maria Roosen

‘Hoe kan ik een beeld maken dat verwondert, dat aangenaam is om naar te kijken, dat een ontdekkingstocht is, waar je met je ogen en gedachten doorheen kan dwalen en dat vanaf verschillende plekken te zien zal zijn? Mijn zoektocht is begonnen bij de ruimtelijke beleving van het ziekenhuis. Het voelt als een stad met hoge gebouwen en het atrium wordt daarbij een buitenruimte. Het begon met mijn gevoel om de ruimte te willen overbruggen in combinatie met de behoefte aan natuur. De brug als metafoor voor het verblijf in het ziekenhuis, van het een naar het ander, van transitie, een overgangsplek.

Ik liet mij inspireren door de Impressionisten en specifiek door de schilder Claude Monet. Hij heeft zijn tuin in Giverny (Frankrijk) vele malen geschilderd, waarbij het boogbruggetje inmiddels een icoon geworden is. Zo kwam ik op het idee om het atrium als watertuin te interpreterem waar een boogbrug de ruimte imaginair overbrugt. Aan de brug hangen ongeveer 300 gekleurde glasvormen en aan de uitlopers van de brug liggen glazen plompenbladeren rustig op ‘het watervlak’ en heb het kunstwerk de titel Brug (naar Monet) meegegeven. Er ontstaat een groot kleurig schouwspel waar van alles aan te ontdekken valt: amethisten, kristallen, harten, ogen, fruit en groentes. Het is beeld geworden dat een extra dimensie aan de ruimte geeft, dat herkenbaar en tegelijkertijd een ontdekkingstocht zal zijn.’

Waar bent u naar op zoek?