Module hartbewaking

Module hartbewaking
Module hartbewaking

Algemeen
Volgens het Besluit Cardiologie aangaande opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie van 14 juni 2004, gepubliceerd in de Staatscourant van 14 december 2004, dient de AIOS tijdens de opleiding gedurende minimaal zes maanden werkzaam te zijn op een hartbewakingsafdeling, waarbij de AIOS in deze periode ten minste 300 patiënten behandelt en leert om “veneuze- en arterieële lijnen” in te brengen.

Doelstelling stage
Het Kaderbesluit CCMS omschrijft de opleiding als het verwerven van algemene en specifieke competenties. Op basis hiervan kan voor de stage op de Hartbewaking gedefinieerd worden dat de AIOS zich minimaal de volgende competenties eigen dient te maken:

1) ten aanzien van medisch handelen:
A De AIOS kan een adequate anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren bij de patiënt met een (potentieel) acute cardiale aandoening en is in staat de verkregen gegevens georganiseerd te presenteren en te interpreteren, zowel mondeling als schriftelijk. Onder de acute cardiale aandoeningen worden begrepen (maar niet limitatief) de acute coronaire syndromen, het acute hartfalen en nieuw opgetreden hartritmestoornissen.
B De AIOS doorziet prioriteiten in de aandacht voor patiënten op de Hartbewaking / Eerste Hart Hulp (EHH).
C De AIOS is in staat de ECG-presentaties van acute cardiale aandoeningen te beschrijven en te herkennen.
D De AIOS toont bekendheid met de belangrijktste trials op het gebied van acute coronaire syndromen en de relevantie van die trials in de dagelijkse praktijk.
E De AIOS is bekend met de diagnostiek, risicostratificatie en behandelopties bij het acute coronaire syndroom (inclusief reperfusie strategieën en ondersteunende therapieën met zuurstof, nitraten, antistolling, plaatjesremmers, beta-blokkers, ACE-remmers, statines etc.) en past deze adequaat toe.
F De AIOS toont aan bekend te zijn met de indicaties, contra-indicaties, toedieningsvorm en –dosering van farmacologische behandelingen van acute coronaire syndromen (inclusief fibrinolytica, aspirine, clopidogrel, GP 2B/3A receptor blokkers, heparine en LMWH).
G De AIOS is bekend met de indicaties, contra-indicaties, risico’s en mogelijke voordelen van hemodynamische monitoring van de acuut zieke cardiale patiënt.
H De AIOS is bekend met de mogelijke complicaties van acute cardiale aandoeningen, weet deze te herkennen en nader te evalueren, en kan deze behandelen.
I De AIOS is in staat een Swan Ganz catheter in te brengen alsmede centraal veneuze- en arteriële lijnen, kan de met deze methodieken verkregen gegevens adequaat interpreteren en inpassen in het behandelplan, en kan basale technische problemen met deze technieken oplossen.
J De AIOS is bekend met de indicaties, contra-indicaties, risico’s en mogelijke voordelen van de Intra-Aortale Ballon Pomp (IABP).
K De AIOS toont aan bedreven te zijn in de beoordeling en behandeling van patiënten met acuut- en/of ernstig hartfalen, inclusief de toepassing van vaatverwijders en inotrope middelen.
L De AIOS kent de indicaties voor het inbrengen van een tijdelijke (uitwendige) pacemaker en is in staat de procedure zelfstandig uit te voeren.
M De AIOS kent de initiële behandeling van zowel supraventriculaire- als (sustained) ventriculaire tachycardieën en kan deze zelfstandig uitvoeren.
N De AIOS is aantoonbaar bedreven in het toepassen van Advanced Cardiac Life Support (ALS).
O De AIOS is in staat om cardioversies en defibrillaties adequaat uit te voeren.

2) ten aanzien van de communicatie:
A De AIOS toont respect voor- en een adequate betrokkenheid bij de patiënt.
B De AIOS is in staat om aan de patiënt en diens familie op begrijpelijke wijze de vermoedde diagnose uit te leggen en aan te geven wat het aanvullende onderzoek inhoudt (inclusief de eventueel de daaraan verbonden risico’s), welke de behandelopties zijn en wat de prognose van de aandoening is. Bovendien kan de AIOS tijdens de opname aan de patiënt en diens familie een begrijpelijk en betrouwbaar overzicht bieden van de klinische gebeurtenissen tot aan dat moment.
C De AIOS kan ten aanzien van de medische gegevens adequaat zowel schriftelijk als mondeling rapporteren aan andere “health care professionals”, met inbegrip van een gedegen verslaglegging in de medische status.

3) ten aanzien van samenwerking:
A De AIOS is in staat een goede relatie te onderhouden met andere personen die bij de patiënt betrokken zijn, de diverse taken onderling goed te communiceren, en adequate instructies te verschaffen aan ondersteunend personeel.
B De AIOS is op de hoogte van op de afdeling voor (para-)medisch personeel bestaande protocollen en voorschriften.

4) ten aanzien van kennis en wetenschap:
A De AIOS geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus.
B De AIOS kan aangeven welke discussiepunten er momenteel in de literatuur spelen rondom de acute coronaire syndromen (inclusief de indicaties voor interventies), ritmestoornissen en hartfalen.

5) ten aanzien van maatschappelijk handelen:
A De AIOS is bekend met de epidemiologie van acute coronaire syndromen en andere acute cardiale aandoeningen.
B De AIOS toont aan op de hoogte te zijn met -en nagedacht te hebben over- ethische kwesties die de patiëntengroep met acute cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld aangaande het reanimatiebeleid).

6) ten aanzien van organisatie:
A De AIOS overziet het patiëntenaanbod en –bestand op de Hartbewaking (en Eerste Hart Hulp) en kan de logistiek mbt een efficiënte bezetting van de bedden organiseren.

7) ten aanzien van professionaliteit:
A De AIOS vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag.
B De AIOS kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.
Indeling van de stage
De AIOS wordt in principe gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3 maanden ingepland op de Hartbewaking, welke in de huidige omvang op afdeling E1 in het MST ook de Eerste Hart Hulp omvat. De stage wordt slechts onderbroken door deelname aan het dienstenrooster (waarin opgenomen de Spoed Eisende Hulp afdeling).
De formele eis van een stage is dat 80% van de werkweek ook daadwerkelijk binnen die stage wordt doorgebracht.
1) Iedere morgen van 08.00-08.30 uur ochtendrapport, gevolgd door Röntgenbespreking van 08.30-09.00 uur. Tijdens het ochtendrapport bestaat ook de mogelijkheid om discussies te voeren mbt opgenomen patiënten met de gehele cardiologengroep. Het is aan de AIOS om patiënten te presenteren.
2) De AIOS volgt in principe alle algemene onderwijsmomenten.
3) Na het ochtendrapport wordt tezamen met de supervisor visite gelopen op de Hartbewaking en Eerste Hart Hulp. Naarmate de zelfstandigheid van de AIOS toeneemt, zal de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van diverse taken toenemen. In alle gevallen blijft een gestructureerd overleg met de supervisor bestaan.
4) De AIOS draagt zorg voor een adequate medische rapportage bij overdracht van een op de Hartbewaking / EHH opgenomen patiënt naar de verpleegafdeling (andere afdeling / ander ziekenhuis / naar huis) middels een samenvatting in de medische status en Electronisch Patiënten Dossier en waar nodig een “ontslagbrief”.
5) De AIOS brengt onder adequate supervisie centraal veneuze- en arteriële lijnen in (waaronder ook Swan Ganz catheters en evt uitwendige Pacemakers) voor zover dit kan geschieden op de acute kamer van de Hartbewaking. Indien Röntgen-doorlichting nodig is zal de handeling in principe verricht worden door de AIOS tijdens de stage op de Hart Catheterisatie Kamer.
6) De AIOS voert electieve electrische cardioversies uit bij patiënten die daartoe zijn opgenomen op de Hartbewaking / EHH.

Toetsing
Toetsmomenten met betrekking tot de stage omvatten:
1) Directe beoordeling door de superviserende cardioloog, oa met behulp van KKB’s.
2) Beoordeling van statusvoering en ontslagbrieven, aangevuld met specifieke bespreking hiervan, door een van de opleiders.
3) Beoordeling door de opleiders van patiëntbesprekingen tijdens het ochtendrapport en tijdens specifiek daartoe gereserveerde onderwijsmomenten.
4) Beoordeling door de opleiders van referaten.
5) Verslagen van verpleging en patiënten aangaande het functioneren van de AIOS, gevraagd of ongevraagd uitgebracht aan de opleiders.

Portfolio
In het portfolio wordt bijgehouden hoeveel patiënten met diverse aandoeningen zijn gezien, welke complicaties zijn waargenomen bij de diverse ziektebeelden, en welke verrichtingen zijn uitgevoerd. De casus welke bij het ochtendrapport zelfstandig naar voren werden gebracht worden als zodanig gemerkt. In het portfolio worden tevens de overige zelfstandig gevoerde patiëntenbesprekingen, referaten, ontslagbrieven en KBB’s opgenomen. Bovendien reflecteerde AIOS in het portfolio met enige regelmaat zijn/haar eigen functioneren en competenties.

Literatuur
Assistentenklapper
Intranet
Leerboeken op assistentenkamer

Waar bent u naar op zoek?